
Nivel Surveillance Bulletin
Naast de actuele griepcijfers vindt u informatie over het meten van griep, het bepalen of er sprake is van een epidemie, griep in historisch perspectief, de griepprik en meer.
ACTUEEL: Aantal mensen dat met griep de huisarts bezoekt neemt af
19 februari 2025
Er is een griepepidemie in Nederland, maar het aantal mensen dat met griepachtige klachten naar de huisarts gaat neemt wel langzaam af. In week 7 (10 - 16 februari) gingen 92 per 100.000 inwoners met griep naar de huisarts, wat een daling is ten opzichte van de week ervoor. De griepepidemie duurt nu vijf weken. Dit blijkt uit gegevens van de Nivel Peilstations. Om te bepalen of er een griepepidemie is, wordt naar indicatoren van meerdere surveillance bronnen gekeken. Zie hiervoor de website Feiten en cijfers Griep van het RIVM.
In Nederland gaan verschillende soorten griepvirussen rond. Dit zijn influenzavirus type A, met subtype A(H1N1)pdm09 en subtype A(H3N2), en influenzavirus type B. Deze drie soorten zitten allemaal in de griepprik die afgelopen herfst is gegeven. Een deel van de influenzavirussen die rondgaan worden in de laboratoria van het RIVM en het Erasmus MC verder onderzocht. Daar werd gezien dat bij het influenzavirus A subtype H3N2 een variant is ontstaan die waarschijnlijk minder goed reageert op de griepprik. Ook mensen die dit griepseizoen of eerder al griep hebben gehad, zijn vermoedelijk minder goed beschermd tegen deze variant. In week 50 van 2024 (9 - 15 december) zagen het RIVM en het Erasmus MC deze variant voor het eerst in Nederland. In de laatste weken zien ze de variant in ongeveer 16% van de monsters met influenzavirus A(H3N2). Ze houden goed in de gaten of dit zo blijft of verder toeneemt. Het is nog niet duidelijk of dit ook leidt tot meer mensen met griep. De andere soorten griepvirussen die rondgaan in Nederland reageren goed op de griepprik. Zie de website van het RIVM voor meer informatie.
Naar al onze griepcijfers
Bij Nivel-cijfers Ziekten per week in Nederland vindt u alle actuele griepcijfers in overzichtelijke grafieken:
Op deze pagina vindt u alle Nivel-informatie over griep als aandoening.
Wat is griep nu eigenlijk precies? De definitie van griep luidt:
De meest voorkomende symptomen van griep zijn plotseling opkomende koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en een droge hoest. De hoest kan lang aanhouden, de overige klachten verdwijnen meestal na twee tot zeven dagen. Bij (kwetsbare) oudere mensen kunnen de symptomen minder uitgesproken zijn.
Al sinds 1970 levert het Nivel cijfers over het aantal mensen dat zich met griepklachten meldt bij de huisarts. Onze griepcijfers verschijnen regelmatig in allerlei media.
Het vaststellen van de griepcijfers doen we in samenwerking met het RIVM en Erasmus MC. We maken hiervoor gebruik van wetenschappelijk verantwoorde bronnen. Het Nivel zet hiervoor de gegevens in die onze Nivel Peilstations en Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn opleveren.
We bieden de volgende 5 soorten griepcijfers aan:
In verband met de corona-uitbraak en de surveillance op het Sars-2-CoV-virus zijn er in dit seizoen geen Influenza Nieuwsbrieven verschenen.
Elke winter hebben veel mensen last van klachten van een acute luchtweginfectie. Deze klachten kunnen worden veroorzaakt door verschillende virussen, bijvoorbeeld het influenzavirus (griepvirus), SARS-COV-2 (het virus dat COVID-19 veroorzaakt), het RS-virus (respiratoir syncytieel virus) en het rhinovirus. Officieel wordt er alleen gesproken van griep als de klachten worden veroorzaakt door het influenzavirus. Mede aan de hand van de actuele informatie die de Nivel Peilstations aanleveren, wordt bepaald of er sprake is van een griepepidemie.
Ga naar Feiten en Cijfers Griep van het RIVM voor meer informatie over alle surveillance-bronnen waarmee griep in de gaten wordt gehouden.
Het signaleren van de intensiteit van de griepepidemie heeft een alarmfunctie: het laat zorgverlenende instanties weten dat ze hun zorgcapaciteit dienovereenkomstig paraat dienen te hebben.
Als het aantal patiënten met griepachtige klachten (IAZ, influenza-achtig ziektebeeld) dat de huisarts ziet boven het basisniveau is, wordt vervolgens onderscheid gemaakt naar vier niveaus voor de intensiteit: laag, matig (medium), hoog of zeer hoog. Deze niveaus worden ook berekend voor verschillende leeftijdsgroepen. De grenswaarden voor het seizoen 2024-2025 (alle leeftijden) zijn als volgt:
Wat is griep precies? Hoe ernstig is het hebben van griep? Hoe wordt bepaald of je griep hebt? Hoe is griep te onderscheiden van een gewone verkoudheid? Bekijk de veelgestelde vragen met antwoorden.
Voor de meeste mensen is griep slechts een vervelende ervaring, maar enkelen kunnen er ernstig ziek van worden. De meest voorkomende complicaties van griep zijn bronchitis en longontsteking. Voor behandeling hiervan kan een ziekenhuisopname noodzakelijk zijn. Griep is vooral riskant voor mensen van 60 jaar en ouder en voor chronisch zieken, zoals hartpatiënten, longpatiënten, suikerpatiënten en patiënten met een verstoorde immuniteit. Maar het kan iedereen hard treffen; tijdens de pandemieën in 1918 en 2009 (zie verderop), waren het vooral jonge, gezonde mensen die erg ziek werden.
Over het algemeen baseert een arts de diagnose op een combinatie van aanwezige symptomen, zoals hoge koorts, keelpijn, kriebelhoest, spierpijn en malaise. Het kan echter lastig zijn om griep te onderscheiden van andere luchtweginfecties.
Tijdens een griepepidemie blijkt ongeveer de helft tot driekwart van de mensen met symptomen van griep daadwerkelijk geïnfecteerd te zijn met een griepvirus, ook influenzavirus genoemd. Of je echt griep hebt, kan onderzocht worden door een neus- of keelwat af te nemen en deze in het laboratorium te testen op aanwezigheid van een griepvirus. De uitslag van zo’n monster komt echter vaak als de patiënt weer beter is en heeft voor de behandeling meestal geen consequenties.
De ziekteverschijnselen bij COVID-19 (‘corona’) lijken vaak op die van griep: verkoudheidsklachten, hoesten, benauwdheid, koorts. Maar COVID-19 wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2 en griep door een influenzavirus:
griep: alleen wanneer iemand besmet is met een griepvirus, spreek je van griep, ook wel influenza genoemd. De meest voorkomende symptomen zijn naast de hiervoor genoemde zijn plotseling opkomende koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en een droge hoest. De hoest kan lang aanhouden, de overige klachten verdwijnen meestal na twee tot zeven dagen.
corona: je hebt corona of COVID-19 als je besmet bent met coronavirus SARS-CoV-2. De symptomen van het coronavirus lijken op die van griep: luchtwegklachten zoals hoesten en kortademigheid, neusverkoudheid, keelpijn en ook spierpijn. In Dossier Corona vindt u alle informatie over Nivel-onderzoek met betrekking tot het coronavirus en de corona-uitbraak.
Veel mensen verwarren gewone verkoudheid met griep. Griep is meestal een ernstigere ziekte dan verkoudheid en griep gaat gepaard met koorts. De symptomen van een gewone verkoudheid verdwijnen in het algemeen sneller en complicaties (zoals een longontsteking) komen slechts zelden voor.
De symptomen van verkoudheid zijn: een loopneus, niezen, waterige ogen en keelpijn. Deze symptomen zijn beperkt tot het bovenste deel van de luchtwegen. Hoge koorts en spierpijn zijn niet geassocieerd met verkoudheid en wel met griep.
Ja. Bij infectie met het rhinovirus, het respiratoir syncytieel virus (RSV), het para-influenzavirus of het adenovirus treden vaak dezelfde symptomen op als bij infectie met een griepvirus.
De enige bewezen efficiënte methode van preventie is vaccinatie. Antivirale medicijnen (profylaxe) zouden ook griep kunnen voorkomen, maar deze worden in principe gereserveerd voor een pandemie omdat er anders toenemende resistentievorming zou kunnen optreden.
Een griepvirus gedijt beter bij lage temperaturen en in droge lucht. Daarnaast verspreidt het virus zich gemakkelijker in het winterseizoen, doordat mensen dan vaker met meer bij elkaar in kleinere ruimtes zijn.
Het virus verspreidt zich via heel kleine druppeltjes in de lucht tijdens hoesten of niezen. Ook via de handen, die vaak in aanraking komen met die druppeltjes, wordt het virus verspreid.
De besmettelijke periode start op de dag vóór aanvang van de symptomen en duurt tot en met vijf dagen erna.
Als je griep hebt, kun je een pijnstiller (paracetamol bijvoorbeeld) gebruiken om hoofdpijn en spierpijn te verlichten en om de koorts te verminderen. Meer informatie over medicatie:
De nieuwste categorie medicijnen tegen griep zijn de neuraminidaseremmers. Deze grijpen in op de virusvermeerdering. Neuraminidaseremmers kunnen de ziekteperiode verkorten met 1 à 2,5 dagen. Ook kunnen ze de kans op complicaties verminderen, mits binnen 48 uur na het verschijnen van de eerste symptomen met de behandeling wordt gestart. Momenteel zijn zanamivir (Relenza®) en oseltamivir (Tamiflu®) geregistreerd voor het behandelen en voorkómen van influenza in Europa. Ze worden echter gereserveerd voor patiënten met een verhoogd risico op complicaties van griep in verband met snelle resistentievorming. In het seizoen 2007/2008 bleek in Nederland 27% van de influenza A-virussen resistent voor de neuraminidaseremmer oseltamivir. Ook zijn het geen onschuldige middelen, zoals wel eens gedacht wordt. Bij overgevoeligheid voor het middel kunnen ernstige gedragsveranderingen en ademhalingsproblemen optreden. Deze medicijnen kunnen in Nederland daarom alleen verkregen worden via de huisarts of specialist. Zij zijn géén vervanging voor de jaarlijkse griepprik. De griepprik blijft de meest effectieve manier om griep te voorkomen.
Het aantal mensen dat gemiddeld per jaar griep krijgt, is afhankelijk van de ernst van de epidemie. De schatting is dat ongeveer 10 tot 15% van de mensen over de hele wereld per jaar griep krijgt. Tijdens grote epidemieën kan dit oplopen tot 50%.
Er is sprake van een griepepidemie wanneer het aantal gevallen van griep in een bepaald gebied en gedurende een bepaalde periode aanzienlijk hoger is dan de rest van het jaar.
Een pandemie is een wereldwijde epidemie die wordt veroorzaakt door een nieuwe virusvariant. Een nieuw subtype wordt gekarakteriseerd door een grote verandering in de eiwitantigenen op het oppervlak van het virusdeeltje. Omdat de meeste mensen niet de kans hebben gehad immuun te worden tegen dit nieuwe virus, kan er wijdverspreide infectie plaatsvinden. Pandemieën kunnen alleen plaatsvinden door het ontstaan van een nieuw subtype van het griepvirus type A.
Dit is niet te zeggen. In de 20ste eeuw waren er ernstige pandemieën: de Spaanse griep in 1918, de Aziatische griep in 1957, de Hong Kong griep in 1968, de Mexicaanse griep in 2009; door influenza A(H1N1)pdm09.
Een grieppandemie hoeft niet per se in de winter op te treden, het kan op ieder moment in het jaar gebeuren. De beruchte Spaanse griep begon in maart-juli 1918; de meeste doden vielen overigens wel in de winter die volgde. Ook de Mexicaanse griep, de grieppandemie van 2009, openbaarde zich toen het in het zuidelijk halfrond zomer was en veroorzaakte vanaf half oktober een epidemie in Nederland.
De Nivel Peilstations, onderdeel van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn en bestaande uit ongeveer 40 huisartspraktijken verspreid over Nederland, rapporteren het aantal patiënten dat zij zien met een griepachtig ziektebeeld. Het hele jaar door sturen zij wekelijks neus- en keelwatten van deze patiënten naar het RIVM voor nader onderzoek. Zo houden we voortdurend een vinger aan de pols wat betreft de frequentie van griep, de verspreiding van griep over het land en de virussen die griep veroorzaken. De stand van zaken wordt gedurende het griepseizoen wekelijks gerapporteerd op de Nivel-website.
Elk jaar zorgt influenza voor veel ziekenhuisopnames, ernstige complicaties en sterfgevallen in Nederland. Om die reden krijgt iedereen in Nederland vanaf 60 jaar elk jaar een griepprik aangeboden, evenals mensen met een chronische medische ziekte, zoals longziekten of hartproblemen. Het griepvaccin dat in Nederland wordt gegeven beschermt tegen vier verschillende typen van het griepvirus.
Binnen het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) worden mensen met een hoog risico op complicaties door een influenza-infectie (griep) elk jaar uitgenodigd voor vaccinatie. Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek van het RIVM voert, in opdracht van het ministerie van VWS, de landelijke regie over dit programma.
Het Nivel volgt elk jaar nauwgezet hoeveel mensen in welke doelgroepen de griepvaccinatie ontvangen en wat daarmee de vaccinatiegraad is. Bij Monitor Griep- en pneumokokkenvaccinatiegraad 2014-continu vind je alle informatie over de jaarlijkse vaccinatiegraad voor griep en ook pneumokokken.
Een griepprik wordt aanbevolen aan mensen van 60 jaar en ouder en aan volwassenen en kinderen met een verhoogd risico om ernstig ziek te worden van de griep, bijvoorbeeld vanwege een longziekte, hartziekte, diabetes, een nierziekte of weinig afweer. Ook wordt de griepprik onder andere aanbevolen aan mensen met zeer ernstig overgewicht, een verstandelijke beperking, zwangeren. En aan mensen die in de zorg werken.
Bij een kleine groep patiënten met een sterk verhoogd risico op een ernstig, gecompliceerd beloop is bij de eerste verschijnselen van griep vroegbehandeling met antivirale middelen mogelijk.
Voor jonge, gezonde volwassenen vormt griep minder gevaar. Ze lopen niet alleen minder risico griep te krijgen, maar ook zal de griep, als deze wel optreedt, minder hevig zijn. Daarom hoeft deze groep dan ook niet gevaccineerd te worden.
De griepprik is gratis voor mensen die tot een van de risicogroepen behoren. Meer informatie over de organisatie en financiering van de griepprik vindt u op de website van het RIVM.
De hoeveelheid afweerstoffen na de vaccinatie neemt in de loop van de tijd af. Na ongeveer een half jaar begint de bescherming bij de meeste mensen af te nemen. Daarnaast veranderen griepvirusen regelmatig. De afweer verkregen door eerdere infecties of de vaccinatie van het vorige jaar beschermen niet noodzakelijkerwijs tegen gemuteerde griepvirussen. Omdat het virus verandert, moet het vaccin elk jaar aangepast worden aan de meest recente virustypen.
Het griepvaccin bevat verschillende typen geïnactiveerd (dood) virus. De virussen worden gekweekt in bevruchte kippeneieren, vervolgens gedood en gezuiverd alvorens het vaccin wordt gemaakt. Globaal genomen levert één ei genoeg virus voor één vaccin dosis.
De griepprik geeft weinig bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerking van de griepprik is roodheid en pijn op de plaats van injectie. Daarnaast kunnen in enkele gevallen lichte koorts en pijnlijke spieren optreden. (Zie ook www.lareb.nl)
Na de vaccinatie begint het afweersysteem met de productie van antilichamen tegen de virale eiwitten uit het vaccin. Als vervolgens blootstelling met het echte virus plaatsvindt, binden de antilichamen zich aan binnendringende griepvirussen, zodat deze geëlimineerd kunnen worden en het weefsel geen schade (meer) oploopt. Hierdoor worden mensen niet ziek of zijn de klachten minder ernstig.
Het is lastig om aan te geven wat precies het beste moment voor de griepprik is aangezien het begin van de jaarlijkse epidemie elk jaar varieert. In het noordelijke halfrond is de beste tijd om gevaccineerd te worden tussen half oktober en eind november.
Als u de griepprik haalt, is de kans om griep te krijgen kleiner. Hoe goed de griepprik werkt is per jaar en per persoon verschillend:
Het is mogelijk dat (vooral oudere) mensen toch griep krijgen terwijl ze gevaccineerd zijn (zie ook vorige vraag). Mensen die toch griep krijgen ondanks een griepprik, zijn meestal minder ernstig ziek en hebben een lagere kans op complicaties van griep, zoals longontsteking, ziekenhuisopname of overlijden.
In het voorjaar wordt gestart met het samenstellen van de griepprik. Deskundigen bekijken ieder jaar welke griepvirussen waarschijnlijk gaan komen in de winter. Die virussen worden in de griepprik opgenomen.
Het duurt ruim een half jaar om de griepprik te maken. In dit half jaar kunnen nieuwe varianten van griepvirussen ontstaan en griep veroorzaken. Tegen die nieuwe varianten werkt de griepprik mogelijk minder goed.
De griepprik werkt het best als de persoon die de griepprik krijgt een goede weerstand heeft.
Iemand met een minder goede weerstand maakt minder afweerstoffen tegen het griepvirus. Toch kan iemand met een minder goede weerstand voldoende afweerstoffen maken om beschermd te zijn tegen de griep of de gevolgen van griep.
Juist mensen met een verminderde afweer hebben meer kans dat griep leidt tot ernstige ziekte of zelfs sterfte. Om zich daartegen te beschermen, is het zinvol voor hen om de griepprik te halen.
Nee, de griepprik kan geen griep veroorzaken. Ook niet bij mensen met een minder goede weerstand. In de Nederlandse griepprik zitten dode deeltjes van griepvirussen en daar kunt u geen griep van krijgen. Alleen van een levend griepvirus kunt u griep krijgen.
Sommige mensen kunnen zich een paar dagen na de griepprik wel minder lekker voelen. En bijvoorbeeld lichte verhoging krijgen. Dit is geen griep, maar een normale reactie van het lichaam op een inenting. Een dergelijke reactie is vergelijkbaar met die bij vaccinatie van jonge kinderen.
Het vaccin dat in de winter 2024/2025 wordt gebruikt is een quadrivalent vaccin dat beschermt tegen het griepvirus type A en B. De samenstelling bestaat uit vier influenzavirussen.
De bijsluiter van deze vaccins vindt u op de website van het RIVM.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert elk jaar tegen welke influenza-virusstammen het best gevaccineerd kan worden. Die inschatting vindt altijd in februari plaats voor het griepseizoen dat in het najaar (op het noordelijk halfrond) plaatsvindt. De genetische code van het griepvirus verandert echter doorlopend. Hierdoor kan een eiwit op de buitenkant van het virus veranderen waardoor dit niet helemaal overeenkomt met het virus in het toegediende vaccin. We noemen dat een mismatch. Dit betekent echter niet dat het vaccin helemaal niet meer werkt.
Een netwerk van laboratoria over de hele wereld geeft de vier WHO samenwerkende centra voor griep (Atlanta, Londen, Melbourne en Tokio) de mogelijkheid om een zo goed mogelijke inschatting te maken van de virussen die waarschijnlijk rond zullen gaan. De vaccins worden elk jaar aangepast zodat de meest recente griepvirussen in het vaccin voor het volgende jaar zitten.