Publicatie
Publication date
Doctor-parent-child communication: a multi-perspective analysis = Arts-ouder-kind communicatie: een analyse vanuit verschillende perspectieven.
Tates, H. Doctor-parent-child communication: a multi-perspective analysis = Arts-ouder-kind communicatie: een analyse vanuit verschillende perspectieven. Utrecht: NIVEL, Universiteit Utrecht, 2001. x, 173 p. Proefschrift Universiteit Utrecht.
Download the PDF
In dit proefschrift staat de communicatie tussen huisarts, ouder en kind centraal. Hoewel er de laatste jaren veel onderzoek gedaan is op het terrein van arts-patiënt communicatie, was de medische gespreksvoering tussen arts en kind een nog braakliggend terrein. Aan de hand van 106 op video opgenomen consulten is onderzocht hoe het kind betrokken wordt bij processen van informatie-uitwisseling en besluitvorming.
Het onderzoek wijst uit dat de inbreng van het kind tijdens het consult gering is; de volwassen participanten domineren de interactie. Conform de verwachting is de deelname van het kind sterk afhankelijk van de leeftijd van het kind. Een onverwacht resultaat is het verschil in de mate waarin de huisarts en de ouder proberen het kind te betrekken bij het medische gesprek. Daar waar artsen blijk geven te streven naar een actieve participatie van het (oudere) kind, stellen ouders zich sterk controlerend op door vaak in te breken in de interactie tussen arts en kind. Dit patroon blijkt van grote invloed te zijn op de informatie-overdracht en besluitvorming: het kind is wel betrokken in de uitwisseling van medische informatie, maar de besluitvorming en de medische advisering blijft behouden aan arts en ouder. Deze resultaten staan haaks op de toegenomen onderhandelingsrelaties tussen kind en volwassene.
Deze bevindingen staan ook op gespannen voet met de eisen van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarin wordt de nadruk gelegd op een actieve deelname van het kind aan het medische consult. De conclusie is dat hier een belangrijke taak is weggelegd voor de huisarts. Deze dient al bij aanvang van het consult duidelijkheid te verschaffen over het belang van een actieve betrokkenheid van het kind. Een actieve participatie biedt kinderen de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot competente deelnemers aan medische consulten.
Het onderzoek wijst uit dat de inbreng van het kind tijdens het consult gering is; de volwassen participanten domineren de interactie. Conform de verwachting is de deelname van het kind sterk afhankelijk van de leeftijd van het kind. Een onverwacht resultaat is het verschil in de mate waarin de huisarts en de ouder proberen het kind te betrekken bij het medische gesprek. Daar waar artsen blijk geven te streven naar een actieve participatie van het (oudere) kind, stellen ouders zich sterk controlerend op door vaak in te breken in de interactie tussen arts en kind. Dit patroon blijkt van grote invloed te zijn op de informatie-overdracht en besluitvorming: het kind is wel betrokken in de uitwisseling van medische informatie, maar de besluitvorming en de medische advisering blijft behouden aan arts en ouder. Deze resultaten staan haaks op de toegenomen onderhandelingsrelaties tussen kind en volwassene.
Deze bevindingen staan ook op gespannen voet met de eisen van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarin wordt de nadruk gelegd op een actieve deelname van het kind aan het medische consult. De conclusie is dat hier een belangrijke taak is weggelegd voor de huisarts. Deze dient al bij aanvang van het consult duidelijkheid te verschaffen over het belang van een actieve betrokkenheid van het kind. Een actieve participatie biedt kinderen de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot competente deelnemers aan medische consulten.