Researcher General Practice Care
Publicatie
Publication date
Mensen met dementie zien de huisarts vaker: piek in contact met huisarts rond het stellen van de diagnose.
Mistiaen, P., Heins, M., Stirbu-Wagner, I., Korevaar, J., Verheij, R., Francke, A.L. Mensen met dementie zien de huisarts vaker: piek in contact met huisarts rond het stellen van de diagnose. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: 2014, 158(A6755)
Download the PDF
Doel
Onderzoeken hoe vaak en waarom mensen met dementie en hun partners contact hebben met de huisarts, vóór en na het stellen van de diagnose ‘dementie’.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
Uit patiëntendossiergegevens van huisartspraktijken die deelnamen aan NIVEL Zorgregistraties eerste lijn werden patiënten geselecteerd bij wie in de periode 2006-2011 de diagnose ‘dementie’ werd vermeld; ook van hun partners werden gegevens verzameld. Patiënten en hun partners werden vergeleken met een referentiegroep. Over de periode van 2 jaar voor de diagnose tot 1 jaar daarna werden het aantal huisartscontacten en de redenen voor contact geanalyseerd.
Resultaten
Er waren gegevens van 823 mensen met dementie en van 184 partners. Mensen met dementie hadden vanaf 4 maanden voor tot 8 maanden na diagnose vaker contact met de huisarts. In de totale periode van 3 jaar hadden mensen met dementie gemiddeld 21,5 huisartscontacten en de mensen zonder dementie 17,4. Vóór de diagnose kwamen mensen met dementie vaker wegens depressie, schaafwonden, schrammen of blaren en geheugen-, concentratie- of oriëntatiestoornissen bij de huisarts. Na de diagnose waren geheugen-, concentratie- en oriëntatiestoornissen en algehele achteruitgang vaker redenen voor contact dan in de referentiegroep. Partners van mensen met dementie hadden niet significant vaker contact met de huisarts.
Conclusie
Mensen met dementie hebben meer huisartscontacten dan mensen zonder dementie. Vanaf anderhalf jaar voor de diagnose komen deze mensen vaker met specifieke klachten bij de huisarts. Ook de partners van de mensen met dementie komen geregeld bij de huisarts, vooral in het jaar na de diagnose.
Onderzoeken hoe vaak en waarom mensen met dementie en hun partners contact hebben met de huisarts, vóór en na het stellen van de diagnose ‘dementie’.
Opzet
Retrospectief cohortonderzoek.
Methode
Uit patiëntendossiergegevens van huisartspraktijken die deelnamen aan NIVEL Zorgregistraties eerste lijn werden patiënten geselecteerd bij wie in de periode 2006-2011 de diagnose ‘dementie’ werd vermeld; ook van hun partners werden gegevens verzameld. Patiënten en hun partners werden vergeleken met een referentiegroep. Over de periode van 2 jaar voor de diagnose tot 1 jaar daarna werden het aantal huisartscontacten en de redenen voor contact geanalyseerd.
Resultaten
Er waren gegevens van 823 mensen met dementie en van 184 partners. Mensen met dementie hadden vanaf 4 maanden voor tot 8 maanden na diagnose vaker contact met de huisarts. In de totale periode van 3 jaar hadden mensen met dementie gemiddeld 21,5 huisartscontacten en de mensen zonder dementie 17,4. Vóór de diagnose kwamen mensen met dementie vaker wegens depressie, schaafwonden, schrammen of blaren en geheugen-, concentratie- of oriëntatiestoornissen bij de huisarts. Na de diagnose waren geheugen-, concentratie- en oriëntatiestoornissen en algehele achteruitgang vaker redenen voor contact dan in de referentiegroep. Partners van mensen met dementie hadden niet significant vaker contact met de huisarts.
Conclusie
Mensen met dementie hebben meer huisartscontacten dan mensen zonder dementie. Vanaf anderhalf jaar voor de diagnose komen deze mensen vaker met specifieke klachten bij de huisarts. Ook de partners van de mensen met dementie komen geregeld bij de huisarts, vooral in het jaar na de diagnose.
Objective
To investigate how often and why people with dementia and their partners have contact with the general practitioner (GP) before and after the diagnosis of dementia.
Design
Retrospective cohort study. Method: Patients given the diagnosis of 'dementia' in the period 2006-2011 were selected from patient records of GP practices participating in the NIVEL Primary Care Database; data were also collected from the patients' partners. Patients and their partners were compared with a reference group. The number of GP contacts from 2 years before until 1 year after diagnosis were analysed.
Results
There were data on 823 patients with dementia and 184 partners. People with dementia had more frequent GP contacts from 4 months before diagnosis until 8 months thereafter. The mean number of GP contacts was 21.5 for people with dementia versus 17.4 for people without dementia in the total 3-year period. Reasons for more frequent contact were depression, abrasions/scratches/blisters and memory/concentration/orientation disorders before diagnosis. After diagnosis, memory/concentration/orientation disorders and general decline were more common reasons for contact than in the reference group. The frequency of GP contacts for partners was not significantly higher.
Conclusion
People with dementia have more contact with their GP than people without dementia. From 1.5 years before diagnosis they visit the GP with specific complaints more often. Their partners also have regular contact with their GP, especially in the year after diagnosis.
To investigate how often and why people with dementia and their partners have contact with the general practitioner (GP) before and after the diagnosis of dementia.
Design
Retrospective cohort study. Method: Patients given the diagnosis of 'dementia' in the period 2006-2011 were selected from patient records of GP practices participating in the NIVEL Primary Care Database; data were also collected from the patients' partners. Patients and their partners were compared with a reference group. The number of GP contacts from 2 years before until 1 year after diagnosis were analysed.
Results
There were data on 823 patients with dementia and 184 partners. People with dementia had more frequent GP contacts from 4 months before diagnosis until 8 months thereafter. The mean number of GP contacts was 21.5 for people with dementia versus 17.4 for people without dementia in the total 3-year period. Reasons for more frequent contact were depression, abrasions/scratches/blisters and memory/concentration/orientation disorders before diagnosis. After diagnosis, memory/concentration/orientation disorders and general decline were more common reasons for contact than in the reference group. The frequency of GP contacts for partners was not significantly higher.
Conclusion
People with dementia have more contact with their GP than people without dementia. From 1.5 years before diagnosis they visit the GP with specific complaints more often. Their partners also have regular contact with their GP, especially in the year after diagnosis.
Gegevensverzameling