Coordinator research program Care Demand of the Chronically Ill and Disabled; honorary professor 'Pharmacy health services research', University of Groningen, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Proeftuinen ter bevordering van therapietrouw in de praktijk. Kennissynthese 2024.
Dijk, L. van, Vervloet, M., Steeg, C. van de, Gemmeke, M., Janssen, R., Oude Lansink, M., Hogervorst, S., Bekker, C., Hugtenburg, J., Woerkom, M. van, Schackmann, L., Baho, E., Bemt, B. van den, Heerdink, R. Proeftuinen ter bevordering van therapietrouw in de praktijk. Kennissynthese 2024. Utrecht: Nivel, 2024. 69 p.
Download the PDF
In dit rapport beschrijven we de resultaten die tot dusver zijn voortgekomen uit de acht Proeftuinen Therapietrouw die in het kader van deze ronde zijn gefinancierd. Het programma loopt nog. Dit betekent dat nog niet alle resultaten bekend zijn. De rapportage is geschreven door leden van het Make-It consortium. Dit consortium ondersteunt de acht proeftuinen en biedt hun een diversiteit aan activiteiten aan. Daarnaast monitort en evalueert het consortium de proeftuinen.
Therapieontrouw is een veelvoorkomend probleem met substantiële gevolgen voor de gezondheid van patiënten. Het genereert ook zorgkosten. Ondanks bewezen effectieve interventies om therapietrouw te verbeteren, worden deze nog onvoldoende toegepast in de dagelijkse praktijk. Het STIP-4 programma van ZonMw beoogt deze kloof tussen onderzoek en praktijk te overbruggen door therapietrouwinterventies te implementeren en te evalueren in meerdere proeftuinen en lessen te trekken uit dit proces. De proeftuinen zijn lokale samenwerkingsverbanden tussen zorgverleners, met name tussen apothekers en huisartsen. In het najaar van 2024 gaat het STIP5-programma van start. Ook hierin selecteert ZonMw weer acht proeftuinen. Het doel van deze kennissynthese is om de geleerde lessen uit STIP-4 te trekken voor verbeteringen in STIP-5.
Dit onderzoek toont het belang en de meerwaarde van implementatie van therapietrouwinterventies in de praktijk. De ervaringen en inzichten bieden concrete handvatten voor zorgorganisaties, zorgverleners, onderzoekers en beleidsmakers om therapietrouw structureel te bevorderen en de kloof tussen onderzoek en praktijk te verkleinen. Verdere inspanningen zijn nodig om deze beweging op gang te houden en uit te bouwen. Hiervoor is de steun van veldpartijen zoals zorgverzekeraars, beroepsorganisaties en zorgorganisaties cruciaal. Deze partijen kunnen gezamenlijk de randvoorwaarden scheppen om interventies ter verbetering van geneesmiddelengebruik blijvend te implementeren. Alleen zo kunnen de zorg en gezondheid van patiënten die langdurig medicatie gebruiken duurzaam verbeteren.
Therapieontrouw is een veelvoorkomend probleem met substantiële gevolgen voor de gezondheid van patiënten. Het genereert ook zorgkosten. Ondanks bewezen effectieve interventies om therapietrouw te verbeteren, worden deze nog onvoldoende toegepast in de dagelijkse praktijk. Het STIP-4 programma van ZonMw beoogt deze kloof tussen onderzoek en praktijk te overbruggen door therapietrouwinterventies te implementeren en te evalueren in meerdere proeftuinen en lessen te trekken uit dit proces. De proeftuinen zijn lokale samenwerkingsverbanden tussen zorgverleners, met name tussen apothekers en huisartsen. In het najaar van 2024 gaat het STIP5-programma van start. Ook hierin selecteert ZonMw weer acht proeftuinen. Het doel van deze kennissynthese is om de geleerde lessen uit STIP-4 te trekken voor verbeteringen in STIP-5.
Dit onderzoek toont het belang en de meerwaarde van implementatie van therapietrouwinterventies in de praktijk. De ervaringen en inzichten bieden concrete handvatten voor zorgorganisaties, zorgverleners, onderzoekers en beleidsmakers om therapietrouw structureel te bevorderen en de kloof tussen onderzoek en praktijk te verkleinen. Verdere inspanningen zijn nodig om deze beweging op gang te houden en uit te bouwen. Hiervoor is de steun van veldpartijen zoals zorgverzekeraars, beroepsorganisaties en zorgorganisaties cruciaal. Deze partijen kunnen gezamenlijk de randvoorwaarden scheppen om interventies ter verbetering van geneesmiddelengebruik blijvend te implementeren. Alleen zo kunnen de zorg en gezondheid van patiënten die langdurig medicatie gebruiken duurzaam verbeteren.
