Publicatie
Publication date
Spoedzorg in de huisartsenpraktijk.
Maas, J. van der, Rutten, M., Smits, M., Boven, K. van, Giesen, P. Spoedzorg in de huisartsenpraktijk. Huisarts en Wetenschap: 2018, 61(2), p. 36-43.
Read online
Inleiding
Huisartsen zijn verantwoordelijk voor de spoedzorg, op de huisartsenpost (HAP) maar ook in hun eigen praktijk. Hoeveel spoedzorgcontacten ze hebben in de dagpraktijk is echter niet bekend.
Doel
We onderzochten de frequentie van die spoedzorgcontacten en om welke patiënten en zorgverlening het ging. Ook gingen we na hoeveel patiënten zich tijdens kantooruren op de Spoedeisende Hulp (SEH) melden buiten hun huisarts om.
Methode
Retrospectief transversaal onderzoek waarin we in zeven huisartsenpraktijken verspreid over Nederland alle patiëntcontacten analyseerden die in week 42 van 2016 geregistreerd werden. Bij de contacten die naar voren kwamen als spoedcontacten beoordeelden we de kenmerken van de patiënt en de verleende zorg. Daarnaast analyseerden we alle SEH-brieven die de praktijken tijdens de onderzoeksweek hadden ontvangen.
Resultaten
Van de 2520 patiëntcontacten waren er 108 (4,3%) urgent. Van de 108 spoedcontacten was 74% een praktijkconsult en 23% een visite. Respiratoire klachten kwamen het meest voor (29%). Bij 23% van de contacten werd aanvullend onderzoek verricht, bij 48% werd medicatie voorgeschreven; slechts eenmaal (1%) was spoedmedicatie noodzakelijk. In 18% werd de patiënt verwezen naar het ziekenhuis. Dertien patiënten bezochten de SEH op eigen initiatief of na een 112-melding, drie van hen kwamen daar per ambulance, bij twee was er geen noodzaak voor specialistische zorg.
Conclusie
Spoedcontacten vormen slechts 4 à 5% van alle contacten in de huisartsenpraktijk, maar met 2,9 miljoen spoedcontacten per jaar hebben de huisartsenpraktijken een zeer groot aandeel in de spoedzorg in Nederland. Het aantal zelfverwijzers naar de SEH is tijdens kantooruren verhoudingsgewijs gering. (aut. ref.)
Huisartsen zijn verantwoordelijk voor de spoedzorg, op de huisartsenpost (HAP) maar ook in hun eigen praktijk. Hoeveel spoedzorgcontacten ze hebben in de dagpraktijk is echter niet bekend.
Doel
We onderzochten de frequentie van die spoedzorgcontacten en om welke patiënten en zorgverlening het ging. Ook gingen we na hoeveel patiënten zich tijdens kantooruren op de Spoedeisende Hulp (SEH) melden buiten hun huisarts om.
Methode
Retrospectief transversaal onderzoek waarin we in zeven huisartsenpraktijken verspreid over Nederland alle patiëntcontacten analyseerden die in week 42 van 2016 geregistreerd werden. Bij de contacten die naar voren kwamen als spoedcontacten beoordeelden we de kenmerken van de patiënt en de verleende zorg. Daarnaast analyseerden we alle SEH-brieven die de praktijken tijdens de onderzoeksweek hadden ontvangen.
Resultaten
Van de 2520 patiëntcontacten waren er 108 (4,3%) urgent. Van de 108 spoedcontacten was 74% een praktijkconsult en 23% een visite. Respiratoire klachten kwamen het meest voor (29%). Bij 23% van de contacten werd aanvullend onderzoek verricht, bij 48% werd medicatie voorgeschreven; slechts eenmaal (1%) was spoedmedicatie noodzakelijk. In 18% werd de patiënt verwezen naar het ziekenhuis. Dertien patiënten bezochten de SEH op eigen initiatief of na een 112-melding, drie van hen kwamen daar per ambulance, bij twee was er geen noodzaak voor specialistische zorg.
Conclusie
Spoedcontacten vormen slechts 4 à 5% van alle contacten in de huisartsenpraktijk, maar met 2,9 miljoen spoedcontacten per jaar hebben de huisartsenpraktijken een zeer groot aandeel in de spoedzorg in Nederland. Het aantal zelfverwijzers naar de SEH is tijdens kantooruren verhoudingsgewijs gering. (aut. ref.)
Background
General practitioners are responsible for providing emergency care, be it at an out-of-hours service or in their own practice; however, it is not known how many practice visits are for emergency care.
Aim
We investigated the frequency of emergency care visits, for which patients, and the care provided. We also investigated the number of patients who went to an accident and emergency (A&E) department, without GP referral, during office hours.
Method
In this retrospective, transverse study, we analysed all patient contacts in seven general practices spread throughout the Netherlands in week 42 in 2016. The type of patient and care provided were assessed for patients requiring emergency care. The number of letters received from A&E departments was also counted.
Results
Of 2520 patient contacts, 108 (4.3%) were for emergency care. Of these, 74% occurred during a practice visit and 23% during a home visit. Respiratory disorders were the most common problem (29%). In 23% of the cases additional investigations were ordered, in 48% medicine was prescribed; in only 1% was emergency medication required. Overall, in 18% of cases the patient was referred to hospital. Thirteen patients visited an A&E department on their own initiative or after phoning 112; 3 came by ambulance and 2 did not require specialist care.
Conclusion
Although emergency care contacts accounted for only 4–5% of all patient contacts in general practice, with 2.9 million of such contacts annually general practice provides a substantial amount of emergency care in the Netherlands. Relatively few people go to an A&E department on their own initiative during office hours. (aut. ref.)
General practitioners are responsible for providing emergency care, be it at an out-of-hours service or in their own practice; however, it is not known how many practice visits are for emergency care.
Aim
We investigated the frequency of emergency care visits, for which patients, and the care provided. We also investigated the number of patients who went to an accident and emergency (A&E) department, without GP referral, during office hours.
Method
In this retrospective, transverse study, we analysed all patient contacts in seven general practices spread throughout the Netherlands in week 42 in 2016. The type of patient and care provided were assessed for patients requiring emergency care. The number of letters received from A&E departments was also counted.
Results
Of 2520 patient contacts, 108 (4.3%) were for emergency care. Of these, 74% occurred during a practice visit and 23% during a home visit. Respiratory disorders were the most common problem (29%). In 23% of the cases additional investigations were ordered, in 48% medicine was prescribed; in only 1% was emergency medication required. Overall, in 18% of cases the patient was referred to hospital. Thirteen patients visited an A&E department on their own initiative or after phoning 112; 3 came by ambulance and 2 did not require specialist care.
Conclusion
Although emergency care contacts accounted for only 4–5% of all patient contacts in general practice, with 2.9 million of such contacts annually general practice provides a substantial amount of emergency care in the Netherlands. Relatively few people go to an A&E department on their own initiative during office hours. (aut. ref.)