Publicatie

Publicatie datum

Behoefteraming fysiotherapeuten 2002-2015.

Vugts, C.J., Velden, L.F.J. van der, Velde, F. van de, Hingstman, L. Behoefteraming fysiotherapeuten 2002-2015., 139
Een aandachtspunt binnen de beroepsgroep fysiotherapeuten is de onzekerheid omtrent het
aantal in de toekomst op te leiden fysiotherapeuten. Deze onzekerheid wordt deels ingegeven
door het ontbreken van de benodigde onderzoeksgegevens. Voor de beroepsgroep fysiotherapeuten zijn dan ook nauwelijks ramingstudies uitgevoerd. Tot 1991 werden jaarlijks door VWS de nota’s ”Beroepskrachtenplanning gezondheidszorg” uitgebracht (1). In deze nota’s werd veelal op summiere wijze inzicht gegeven in de arbeidsmarktsituatie van fysiotherapeuten. Voor zover er vooruitberekeningen werden gemaakt, waren deze voornamelijk gebaseerd op basale in- en uitstroomgegevens. Er werd nauwelijks aandacht besteed aan ontwikkelingen in de vraag naar fysiotherapie. Na 1991 zijn er vanuit het Ministerie van VWS geen ramingstudies meer uitgevoerd. De enige ramingstudie van na 1991 is een studie van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid in 1993 (2). In deze studie werden zowel vraag – als aanbodontwikkelingen meegenomen. Er zijn een vijftal toekomstscenario’s doorgerekend. Deze scenario’s liepen uiteen van een jaarlijkse instroom van 996 in de opleiding fysiotherapie tot een instroom van 1.640. Op het moment van het uitbrengen van die studie bedroeg de instroom rond de 1.200 per jaar.
Gezien de huidige ontwikkelingen binnen de fysiotherapie is volgens het KNGF (ondersteund
door het Studierichtingsoverleg fysiotherapie van de HBO-raad) een update van de
ramingstudie uit 1993 van groot belang. Zo is een aantal ontwikkelingen te signaleren die
van grote invloed kunnen zijn op de vraag naar en het aanbod aan fysiotherapeuten. In dit
verband kan in de eerste plaats gewezen worden op de gevolgen van de demografische ontwikkelingen (o.a. vergrijzing) op de zorgvraag. Zo is een studie van het NIVEL naar vraag- en aanbodontwikkelingen binnen de paramedische zorg gebleken dat in de periode 1996-2010 de vraag naar fysiotherapeuten met 11% zal toenemen als gevolg van de te verwachten
demografische ontwikkelingen (3). Andere 'vraagontwikkelingen' die de aandacht verdienen
zijn vakinhoudelijke ontwikkelingen, epidemiologische en met name de beleidsmatige ontwikkelingen. Voor wat betreft de vakinhoudelijke ontwikkelingen vragen de verbijzonderingen binnen de fysiotherapie de nodige aandacht. Zo hebben geriatrische fysiotherapeuten, kinderfysiotherapeuten, manueel therapeuten, sportfysiotherapeuten en oedeemtherapeuten sinds enkele jaren een eigen kwaliteitsregister. Deze vormen van verbijzondering kunnen van invloed zijn op de vraag van (specifieke groepen) patiënten naar fysiotherapeuten.
Met betrekking tot de beleidsmatige ontwikkelingen kan bijvoorbeeld gewezen worden op regelingen als de “Beperkende Maatregel” en het “eenmalige consult”. Maar ook ontwikkelingen als de rol van fysiotherapeuten op het terrein van preventie en arbeidsgerelateerde zorg (4) en de rechtstreekse toegankelijkheid van de fysiotherapeut zullen wellicht gevolgen kunnen hebben voor de toekomstige vraag naar fysiotherapeutische zorg.
Naast ontwikkelingen in de zorgvraag zullen ook de ontwikkelingen in het zorgaanbod onder
de loep genomen moeten worden. De snelle groei van het aantal fysiotherapeuten in de
beginjaren tachtig zal wellicht tot gevolg hebben dat de uitstroom vanaf 2010 sterk zal toenemen. De vraag is of de huidige opleidingscapaciteit voldoende is om op termijn die toenemende uitstroom op te vangen.