Publicatie

Publicatie datum

Ook zwangeren gaan naar de huisarts.

Feijen-de Jong, E., Baarveld, F., Jansen, S., Ursum, J., Reijneveld, S.A., Schellevis, F.G. Ook zwangeren gaan naar de huisarts. Huisarts en Wetenschap: 2015, 58(11), p. 574-576.
Lees online
Doel
In Nederland heeft de verloskundige of de gynaecoloog de regie over de zorg bij zwangerschap, bevalling en kraambed, maar de huisarts blijft ook voor zwangeren een belangrijke zorgverlener. Wij vergeleken het gebruik van huisartsenzorg (contacten, gestelde diagnoses, medicatievoorschriften en verwijzingen) door zwangere vrouwen met dat door niet-zwangere vrouwen.

Methode
Op basis van gegevens uit de NIVEL Zorgregistraties eerste lijn voerden wij een longitudinale analyse uit op de gegevens van 15.123 zwangere en 102.564 niet-zwangere vrouwen van 15-45 jaar, geregistreerd door 84 Nederlandse huisartsenpraktijken over de periode 2007-2009.

Resultaten
Zwangeren hadden tijdens de zwangerschap gemiddeld 3,6 contacten met de huisarts (consult, telefonisch, huisbezoek), niet-zwangere vrouwen hadden in een vergelijkbaar tijdsbestek 2,2 contacten. Van de zwangeren had 35% geen enkel contact met de huisarts, van de niet-zwangere vrouwen 50%. Bij zwangeren waren de meest geregistreerde diagnoses ‘zwangerschap’ en ‘urineweginfectie’, bij niet-zwangere vrouwen waren dit ‘urineweginfectie’ en ‘andere gegeneraliseerde/niet gespecificeerde ziekte’. Zwangeren kregen gemiddeld 2,1 medicatievoorschriften, niet-zwangere vrouwen 4,4. Zwangeren werden het vaakst verwezen naar een verloskundige of gynaecoloog, nietzwangere vrouwen het vaakst naar een fysiotherapeut.

Conclusie
De huisarts is voor zwangeren weliswaar niet de centrale, maar wel een belangrijke zorgverlener. Daarom is het noodzakelijk dat de rol van de huisarts in de verloskundige zorgketen versterkt wordt en dat in de opleiding meer aandacht besteed wordt aan verloskundige kennis. (aut. ref.)