Publicatie

Kinderen met hoest, keelpijn of oorpijn: wie ziet de huisarts?

Uijen, J.H.J.M., Duijn, H.J. van, Kuyvenhoven, M.M., Schellevis, F.G., Wouden, J.C. van der. Kinderen met hoest, keelpijn of oorpijn: wie ziet de huisarts? In: Abstractboek NHG Wetenschapsdag, 15 mei 2008, Rotterdam. Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap, 2008. p. 6.
Achtergrond: Huisartsen worden vaak geconsulteerd voor luchtwegklachten bij kinderen. Doel: Exploratie of kenmerken van kinderen, hun ouders en hun huisartsen zijn geassocieerd met contact met de huisarts voor hoest, keelpijn en oorpijn. Studieopzet: Tweede Nationale Studie naar Ziekten en Verrichtingen in de Huisartsenpraktijk (NS2) met een gezondheidsinterview en een additionele vragenlijst. Setting: Kinderen van 0-17 jaar ingeschreven bij 122 Nederlandse huisartsen. Methoden: Kenmerken van de kinderen en hun huisartsen werden uit het gezondheidsinterview en de vragenlijst van de NS2 vastgesteld. Aanwezigheid van luchtwegklachten en een eventueel contact met de huisarts werden verkregen met een additionele vragenlijst. Data werden geanalyseerd met multivariate logistische regressie. Resultaten: Van alle kinderen rapporteerden er 550 hoest, keelpijn of oorpijn in de twee weken voorafgaande aan het interview en 147 van hen consulteerden hun huisarts. Jonge kinderen consulteerden meer frequent de huisarts voor respiratoire symptomen; dit gold tevens voor kinderen met koorts, langere zieketeduur, kinderen die hun gezondheid als "slecht tot goed" rapporteerden en kinderen die in een stedelijk gebied woonden. Wanneer de ouders ongerust waren, en als het kind/de ouders naar de huisarts waren gestuurd door iemand anders, werd de huisarts vaker geraadpleegd. Huisartsgerelateerde factoren waren niet geassocieerd met de consultatie van de huisarts door kinderen. Conclusie: Deze studie benadrukt hoe belangrijk het is om de consultredenen voor kinderen met luchtwegklachten te exploreren. Wanneer de huisarts zich bewust is van de mogelijke determinanten van het besluit om de huisarts te raadplegen, zal meer passend advies en geruststelling gegeven kunnen worden voor deze luchtwegklachten, die meestal zelf-limiting zijn.