Griep zet door

Het aantal griepgevallen in Nederland blijft stijgen. In week 8 werden 66 mensen op de 100.000 inwoners met influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) gerapporteerd door de huisartsen van de CMR-Peilstations van het NIVEL.Het aantal mensen met griepachtige ziektebeelden stijgt nu voor de derde week. Griep wordt door de huisarts het meest gezien in de jongste leeftijdsgroep (0-4 jaar). Bij 4 van de 17 (24%) door de huisartsen ingezonden monsters werd influenza (= echte griep) vastgesteld. In het oosten van het land komt het meeste griep voor.

Of er nu sprake is van een epidemie, valt nog niet te zeggen. Dit zal de komende weken moeten blijken. Als we kijken naar de cijfers van de afgelopen 10 jaar, dan zien we dat een stijging van het aantal griepgevallen boven het niveau van 60 per 100.000 meestal wel het begin is van een griepepidemie. Of dat dit jaar ook zo zal zijn, is niet met zekerheid te zeggen.

Onderstaande figuur laat zien hoeveel mensen in Nederland last hadden van griepachtige ziektebeelden in de afgelopen 10 jaar. In de seizoenen 2000/2001 en 2002/2003 werd het niveau van 60 gevallen per 100.000 mensen bijna gehaald, maar dit leidde toen niet tot een epidemie. In de andere seizoenen steeg het aantal griepgevallen ruim boven de 60. In het seizoen 1999/2000 leidde dit tot een forse epidemie, met meer dan 300 gevallen per 100.000 inwoners. In het seizoen 2001/2002 bleef de stijging beperkt tot een aantal van 120 per 100.000 inwoners. Dit betekent dat we op basis van de huidige meting in 2007 nog niet weten of er sprake zal zijn van een echte epidemie.