Publicatie

Publicatie datum

Maatwerk in de behandeling van ≥ 80 jaar met een mammacarcinoom, welke factoren bepalen het beredeneerd afwijken van de richtlijn?

Meijer, L.J. Maatwerk in de behandeling van ≥ 80 jaar met een mammacarcinoom, welke factoren bepalen het beredeneerd afwijken van de richtlijn?: , 2014. 47 p. Abstract. In: Abstractboek: NHG-Wetenschapsdag 2014. 13 juni 2014, Groningen.
Download de PDF
Inleiding: Het aantal vrouwen dat na hun 80-ste een mammacarcinoom krijgt, neemt toe. Richtlijnen zijn voor deze groep niet altijd toepasbaar. Afwegen van relevante factoren moet in een concrete situatie tot maatwerk in de behandeling van de patiënt leiden. Onderzoeksvraag: Welke factoren beïnvloeden het al of niet volgen van richtlijnen bij vrouwen ≥ 80 jaar met een mamacarcinoom? Methoden: Retrospectieve kwalitatieve dossieranalyse van (6) patiënten met een gediagnostiseerd mammacarcinoom na de 80 jaar uit één huisartsenpraktijk. Het proces van besluitvorming wordt geanalyseerd en gecategoriseerd. Betrokken in de analyse worden: leeftijd, wijze van ontdekken, comorbiditeit, voorgeschiedenis, woonsituatie, inbedding in een steunsysteem, contacten van/met betrokkenen, overleg huisarts-specialist. Het keuzeproces voor een behandeling wordt geanalyseerd. Resultaat: De helft van de patiënten met een mediagnostiseerd mammacarcinoom boven de 80 jaar is volgens de richtlijnen behandeld. Bij beide groepen zijn kinderen of een SPV-er betrokken. Co-morbiditeit zoals: hypertensie, atriumfibrilleren, diabetes , osteoporose, nierinsufficiëntie komt in beide groepen voor. In de niet volgens de richtlijnen behandelde groep komt een CVA, Non-Hodgkin lymfoom, een basaalcelcarcinoom en persoonlijkheidsstoornis met langdurige opname voor. Het contact tussen huisarts en specialist verschilt per situatie. Beschouwing: De wensen van een patiënt, het risico op complicaties en co-morbiditeit spelen een rol in de besluitvorming bij ammacarcinoombehandeling boven 80 jaar. De omgeving van de patiënt wordt actief bij de besluitvorming betrokken. Na afronding van diagnostiek is het wegen van de behandelingsmogelijkheden volgens de richtlijn noodzakelijk. Een overlegmoment van patiënt, betrokkenen, huisarts en specialist is wenselijk.