Publicatie

Tevredenheid van aios en pas afgestudeerde huisartsen over de huisartsopleidingen.

Heiligers, Ph.J.M. Tevredenheid van aios en pas afgestudeerde huisartsen over de huisartsopleidingen. In: VUMC. Abstractboek NVMO-Congres. Houten: BohnStafleuvanLoghum. NVMO-Congres 'Medisch Onderwijs in Nederland', 14-16 november 2007, Egmond aan Zee. p. 183.
ABSTRACT:

Inleiding
In opdracht van de LOVAH en de SBOH heeft het NIVEL een onderzoek verricht naar de tevredenheid over de 8 huisartsopleidingen in het land. Doel van het onderzoek was het objectiveren van de tevredenheid over de kwaliteit van de huisartsopleidingen vanuit het perspectief van de aios en pas afgestudeerde huisartsen.

Opzet
Voorafgaand aan de ontwikkeling van een vragenlijst werd er een focusgroep ingesteld waaraan een afgevaardigde aio per huisartsinstituut deelnam. In de focusgroep werd besproken welke onderwerpen er zeker in de vragenlijst opgenomen moesten worden en welk vragen eventueel minder relevant zouden zijn. Aan alle aios (1355) en 385 pas afgestudeerde huisartsen(afstudeerjaar 2003) is de definitieve schriftelijke tevredenheids-vragenlijst voorgelegd. De responsperiode lag tussen november 2004 en maart 2005. De respons was 72% bij de aios en 64% bij de pas afgestudeerden. De responsgroepen vormden beide een representatieve afspiegeling van de totale populaties.

Resultaten
Ruim 80% van de aios gaf aan dat huisartsopleiders hen goed voorbereiden op het gebied van medische kennis en vaardigheden. Zij waardeerden de medisch-inhoudelijke en didactische kennis van de opleiders gemiddeld met resp. een 8.0 en een 7.4. Ook ruim 80% van de pas afgestudeerde huisartsen gaven aan dat de opleiding hen goed heeft voorbereid op het terrein van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. Verder was 79% van de aios en 73% van de jonge huisartsen positief over het onderwijs in gespreks- en consultvoering. Aan dit aspect wordt aan sommige Instituten naar de smaak van de respondenten zelfs teveel aandacht besteed. Zowel aios als reeds afgestudeerde huisartsen zijn veel minder tevreden over de wijze waarop de voorbereiding op het praktijkmanagement wordt aangepakt. Slechts een kwart van beide groepen geeft aan voldoende voorbereid te zijn op de praktijkvoering en zelfs maar 10% op het ondernemerschap. Ook geeft maar 20% aan dat zij voldoende voorbereid zijn op het leidinggeven aan anderen in hun toekomstige praktijk. Verder zijn aios met bepaalde groepen patiënten tijdens de opleiding te weinig in contact geweest (bijvoorbeeld zwangeren en verslaafden) om er voldoende ervaring mee op te doen. Overigens is de waardering voor de stageperiode in het tweede jaar bij instellingen voor acute, chronische en psychiatrische lager in vergelijking met de stages in de huisartspraktijken. Op alle bovengenoemde aspecten komen de meningen van aios en pas afgestudeerden sterk overeen.

Conclusies
Geconcludeerd kan worden dat het onderwijs en de begeleiding van aanstaande huisartsen in goede handen is bij de huisartsopleidingen en de huisartsopleiders. Een duidelijk verbeterpunt betreft het onderwijs en de begeleiding bij het verwerven van kennis en vaardigheden in het praktijkmanagement. Daarnaast is ook het beperkte contact met bepaalde groepen patiënten een aandachtspunt. (aut. ref.)