Publicatie
Publicatie datum
All about beliefs: exploring and intervening about medication to improve adherence in patients with rheumatoid arthritis.
Zwikker, H.E. All about beliefs: exploring and intervening about medication to improve adherence in patients with rheumatoid arthritis. Utrecht: NIVEL, 2015. 298 p. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen.
Reumatoïde artritis (RA) is een auto-immuunziekte met als belangrijkste kenmerk 'ontstekingen in de gewrichten'. Een dergelijke ontsteking ontstaat doordat het eigen afweersysteem de gewrichten aanvalt. Medicatie vormt de basis van de behandeling van RA.
Ondanks de belangrijke rol van medicatie neemt een deel van de patiënten hun medicatie niet altijd in volgens het schema dat zij met hun reumatoloog hebben afgesproken. Dit noemen we 'medicatie-therapieontrouw'. Therapieontrouw kan de gezondheid van patiënten beïnvloeden, aangezien het kan leiden tot meer ziekteactiviteit, meer gewrichtsschade en tot een lagere kwaliteit van Ieven. Met het verbeteren van medicatie-therapietrouw in Nederland kan bovendien jaarlijks tot vier miljard euro worden bespaard (bij diverse ziektebeelden). Het verbeteren van medicatie-therapietrouw is dus essentieel.
Patiënten kunnen veel verschillende redenen hebben voor het niet (goed) gebruiken van hun medicatie. Een vaak gebruikt onderscheid is 1) niet-intentionele redenen van therapieontrouw, zoals het vergeten om medicatie in te nemen, het niet begrijpen van de bijsluiter of andere praktische barrières, en 2) intentionele redenen van therapieontrouw. Daarbij neemt de patiënt min of meer een besluit om de medicatie niet in te nemen. Het wordt verondersteld dat patiënten dan een soort 'kosten-baten afweging' maken: de patiënt weegt zijn/haar opvattingen over de noodzaak voor het nemen van medicatie af ten opzichte van zijn/haar zorgen over potentiele bijwerkingen of andere nadelen van medicatie. Hoe ongunstiger de balans is tussen deze medicatie-opvattingen (dus hoe minder sterk de waargenomen noodzaak om medicatie te nemen en hoe sterker de zorgen over medicatie), hoe groter de kans zal zijn dat patiënten hun medicatie niet goed gebruiken.
Veel wetenschappelijke studies wijzen erop dat medicatie-therapietrouw van patiënten met RA of andere, chronische aandoeningen verbeterd kan worden door het veranderen van medicatie-opvattingen. Bestaande interventies voor het verbeteren van medicatie-therapietrouw benutten deze opvattingen echter niet, of niet op een systematische wijze. Bovendien zijn de interventies vaak complex, tijdrovend en weinig effectief. Het doe I van dit proefschrift is dan ook om medicatie-opvattingen van RA-patiënten te exploreren en te beïnvloeden ter verbetering van medicatie-therapietrouw.
Ondanks de belangrijke rol van medicatie neemt een deel van de patiënten hun medicatie niet altijd in volgens het schema dat zij met hun reumatoloog hebben afgesproken. Dit noemen we 'medicatie-therapieontrouw'. Therapieontrouw kan de gezondheid van patiënten beïnvloeden, aangezien het kan leiden tot meer ziekteactiviteit, meer gewrichtsschade en tot een lagere kwaliteit van Ieven. Met het verbeteren van medicatie-therapietrouw in Nederland kan bovendien jaarlijks tot vier miljard euro worden bespaard (bij diverse ziektebeelden). Het verbeteren van medicatie-therapietrouw is dus essentieel.
Patiënten kunnen veel verschillende redenen hebben voor het niet (goed) gebruiken van hun medicatie. Een vaak gebruikt onderscheid is 1) niet-intentionele redenen van therapieontrouw, zoals het vergeten om medicatie in te nemen, het niet begrijpen van de bijsluiter of andere praktische barrières, en 2) intentionele redenen van therapieontrouw. Daarbij neemt de patiënt min of meer een besluit om de medicatie niet in te nemen. Het wordt verondersteld dat patiënten dan een soort 'kosten-baten afweging' maken: de patiënt weegt zijn/haar opvattingen over de noodzaak voor het nemen van medicatie af ten opzichte van zijn/haar zorgen over potentiele bijwerkingen of andere nadelen van medicatie. Hoe ongunstiger de balans is tussen deze medicatie-opvattingen (dus hoe minder sterk de waargenomen noodzaak om medicatie te nemen en hoe sterker de zorgen over medicatie), hoe groter de kans zal zijn dat patiënten hun medicatie niet goed gebruiken.
Veel wetenschappelijke studies wijzen erop dat medicatie-therapietrouw van patiënten met RA of andere, chronische aandoeningen verbeterd kan worden door het veranderen van medicatie-opvattingen. Bestaande interventies voor het verbeteren van medicatie-therapietrouw benutten deze opvattingen echter niet, of niet op een systematische wijze. Bovendien zijn de interventies vaak complex, tijdrovend en weinig effectief. Het doe I van dit proefschrift is dan ook om medicatie-opvattingen van RA-patiënten te exploreren en te beïnvloeden ter verbetering van medicatie-therapietrouw.
Medication adherence is suboptimal in patients with rheumatoid arthritis (RA). As medication non-adherence can have serious consequences for patients' health and societal costs, effective interventions to improve dherence are warranted. Therefore, in part one of this thesis, we identified relevant targets for improving medication adherence in RA patients in a narrative review (chapter 2). As addressing beliefs about medication was considered to be a promising strategy to improve adherence, we developed and tested an intervention for its effectiveness in changing medication beliefs and improving adherence in RA patients (chapters 3 and 4).
In part two of the thesis, we further explored beliefs about medication as possible intervention target. We examined longitudinal associations between beliefs about medication, other psychosocial factors and medication on-adherence (chapter 5). In addition, we examined whether beliefs about medication are independent associates of non-adherence to disease-modifying antirheumatic drugs (DMARDs, chapter 6), and compared heumatologists' and patients' beliefs about medication (chapter 7). This chapter summarizes the main findings of the studies within this thesis.
In part two of the thesis, we further explored beliefs about medication as possible intervention target. We examined longitudinal associations between beliefs about medication, other psychosocial factors and medication on-adherence (chapter 5). In addition, we examined whether beliefs about medication are independent associates of non-adherence to disease-modifying antirheumatic drugs (DMARDs, chapter 6), and compared heumatologists' and patients' beliefs about medication (chapter 7). This chapter summarizes the main findings of the studies within this thesis.