Publicatie

Publicatie datum

Allochtonen met astma, COPD of hooikoorts in Nederland: wat is er bekend?

Zantinge, E.M., Devillé, W.L.J.M., Heijmans, M. Allochtonen met astma, COPD of hooikoorts in Nederland: wat is er bekend? Utrecht: NIVEL, 2006. 76 p.
Download de PDF
Astma, COPD en hooikoorts komen in Nederland vaker voor bij niet-westerse allochtonen. Vergeleken met autochtone Nederlanders lijden vooral Turkse mannen tussen 40 en 65 jaar vaker aan COPD, terwijl astma vaker voorkomt bij Surinamers en Antillianen.

Dat blijkt uit onderzoek van het NIVEL in samenwerking met het Astma Fonds. Op basis van een literatuuronderzoek en analyses van de Tweede Nationale Studie (NS2) werd gekeken hoe vaak astma, COPD en hooikoorts voorkomen onder Nederlanders en in Nederland wonende Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen.

Astma en COPD
Astma is een chronische ontsteking van de luchtwegen. Astmapatiënten hebben last van kortademigheid, benauwdheid, piepend ademhalen en hoesten. De klachten treden op in aanvallen, afgewisseld met klachtenvrije perioden. COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease; chronische bronchitis en longemfyseem) is een chronische vernauwing van de luchtwegen die de ademhaling beperkt. Patiënten met COPD hebben last van kortademigheid, hoesten en het opgeven van slijm. De luchtwegvernauwing is altijd aanwezig en grotendeels onomkeerbaar. Terwijl astma vaak al ontstaat in de eerste levensjaren, komt COPD voornamelijk voor bij mensen van 45 jaar of ouder.

Astma en COPD zijn veel voorkomende ziekten: ruim een half miljoen Nederlanders heeft astma en meer dan 300 duizend mensen lijden aan COPD. Hoewel tien procent van de inwoners van Nederland behoort tot de niet-westerse allochtonen, was er toch weinig bekend over eventuele etnische verschillen in het vóórkomen van deze ziekten.

Roken
Roken is de belangrijkste risicofactor voor met name COPD, maar ook overgewicht kan een rol spelen. Uit de literatuurstudie blijkt dat Turkse mannen vaker roken dan Nederlandse, en dat ze ook minder bewegen en vaker te zwaar zijn. Opvallend is dat astma vaker voorkomt bij Surinamers en Antillianen, en dat zowel Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen vaker hooikoorts hebben dan autochtone Nederlanders. Mogelijk speelt een genetische aanleg daarbij een rol, maar ook verschillen in sociaal-economische status en sociaal-culturele factoren, zoals leefwijze en hygiëne, kunnen een verklaring vormen voor de gevonden gezondheidsverschillen.

Volgens NIVEL onderzoeker Else Zantinge is het belangrijk aandacht te besteden aan de etnische groepen met een verhoogd risico op astma, COPD of hooikoorts. Bij Turkse mannen zou het Astma Fonds of de overheid nog meer energie moeten steken in het terugdringen van roken. Ook overgewicht en onvoldoende beweging zijn een punt van zorg bij Turken, maar ook bij Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Volgens Zantinge is het de vraag of deze allochtone groepen zich voldoende bewust zijn van de leefstijlfactoren die mogelijk bijdragen aan het ontstaan of het verergeren van astma of COPD. Ook door voorlichting is daarom misschien winst te behalen.