Publicatie

Publicatie datum

Auto-ongeluk in Almelo met zes dodelijke slachtoffers.

Dückers, M., Holsappel, J., Kleber, R. Auto-ongeluk in Almelo met zes dodelijke slachtoffers. In: Duin, van M, Wijkhuijs V. Lessen uit crises en (mini-)crises 2013. Den Haag: Boom Lemma, 2014. p. 53-63.
Lees online
Discussies over de rol van bestuurders bij crisissituaties gaan vaak over kwesties als evacuatie, opvang en nazorg. Het gesprek gaat dan snel over structuren, processen, communicatie en afstemming. Dat is ook niet verwonderlijk. De voorbereiding op crises staat veelal in het teken van complexe, grootschalige gebeurtenissen. Het gaat om doemscenario’s die tot de verbeelding spreken, nogal wat capaciteit vergen en daarmee
duidelijk buiten de normale patronen vallen.
Ook al kan men ertoe geneigd zijn, het is beter om de maatregelen en denkwijzen die uit deze preparatiekoker volgen, niet zomaar toe te passen bij kleinere incidenten, zoals familiedrama’s, geweldsincidenten en verkeersongelukken met dodelijke afloop. In het ergste geval uit zich dat in een onevenredige aanpak, onvoldoende toegespitst op de dynamiek van de kleinere tragedie. De beste bescherming hiertegen is om bij de aanpak van kleinschalige incidenten juist niet een onbekend – en dus onbeproefd – pad te bewandelen. Net als in normale omstandigheden heeft een goede bestuurder oog voor wat een gebeurtenis
doet met betrokken burgers en wat zij losmaakt binnen de gemeenschap.
Bij feestelijkheden is een symbolische rol weggelegd voor het lokaal bestuur, wanneer er verliezen te betreuren zijn is dat precies zo. Dat is in feite waar de psychosociale ondersteuning in de nafase van een grote of kleine crisis om draait en waar bestuurders een modus in moeten zien te vinden.
In dit hoofdstuk, gewijd aan de nasleep van het een auto-ongeluk op de A35 in februari 2012, staat dit thema centraal. Zes mensen komen om, waaronder drie jonge kinderen. Een vader uit Zoetermeer en een moeder uit Deventer verliezen allebei hun gezin. Een dergelijk verlies
is nauwelijks te bevatten. Het ontwricht hun levens en grijpt diep in op de levens van de mensen om hen heen, evenals de gemeenschappen waar zij deel van uitmaken. Ook voor de hulpverleners die zich hebben ingespannen om de slachtoffers te redden, of nazorg verleenden aan de nabestaanden, is het een ingrijpende ervaring. Er is verdriet
en verbijstering. De grens waar privé overgaat in publiek is moeilijk waar te nemen, ook door de relatief grote media-aandacht die het ongeluk krijgt. Onvermijdelijk spelen daarin ook vragen over schuld en verantwoordelijkheid mee. Drie gemeenten krijgen zo met de situatie
te maken, elk met hun eigen dilemma’s.
Dit hoofdstuk schetst eerst de situatie en de wijze waarop men er binnen de betrokken gemeenten mee is omgegaan. Op basis van mediaberichten en een gesprek met de burgemeester van Deventer wordt het ongeluk en de nasleep beschreven. Er is niet gesproken met nabestaanden, hulpverleners of mensen uit de lokale gemeenschappen, en
daarnaast heeft de journalistieke berichtgeving uiteraard beperkingen. Het verzamelde materiaal biedt desondanks voldoende aanknopingspunten om een feitenrelaas te schetsen, waarop wordt teruggekeken aan de hand van een aantal basisprincipes van goede psychosociale zorg na schokkende gebeurtenissen. Hoewel elke situatie uniek is, worden
op basis van deze casus aandachtspunten en lessen geformuleerd voor het handelen bij incidenten op deze schaal. (aut. ref.)