Publicatie

Publicatie datum

Behandeling van contracturen van Dupuytren.

Bekkering, G.M., Wubbels, S.P.A., Meijer, G.M.P., Schermer, T.R.J. Behandeling van contracturen van Dupuytren. Huisarts en Wetenschap: 2015, 58(8), p. 406-412.
Percutane naaldfasciotomie (PNF) is een behandeltechniek voor patiënten met contracturen van de vingers die worden veroorzaakt door M. Dupuytren. In Nederland worden deze patiënten meestal behandeld door (plastisch) chirurgen. Ons onderzoek evalueert de kortetermijnresultaten (zes weken) van PNF-behandeling, uitgevoerd door een huisarts.

Het betreft een ongecontroleerd klinisch onderzoek bij patiënten met M. Dupuytren die een PNF-behandeling kregen van een specifiek daarvoor getrainde huisarts, in de eigen praktijk. De primaire effectmaat was de verbetering van de totale passieve extensiebeperking (total passive extension deficit, TPED) van de contracturen. Secundaire effectmaten waren verbetering van de functionaliteit van de handen (score op DASH-DLV-vragenlijst) en de complicaties die optraden door de PNF-behandeling. We vergeleken onze resultaten met die van een eerder onderzoek van plastisch chirurgen, dat dezelfde effectmaten gebruikte.

In totaal heeft de huisarts 68 patiënten aan 102 vingers met PNF behandeld. De verbetering van de contracturen in TPED was na 6 weken gemiddeld 63%, nagenoeg gelijk aan de verbetering bij de plastisch chirurgen (62%) in het referentieonderzoek. De resultaten waren zowel bij de huisarts (85% verbetering) als bij de plastisch chirurgen (75% verbetering) het beste in de metacarpofalangeale gewrichten. De gemiddelde DASH-DLV-scores voor de algemene handfunctionaliteit vóór, respectievelijk 6 weken na PNF-behandeling door de huisarts waren 10,8 (95%-BI 7,6 tot 13,9) en 4,4 (95%-BI 2,5 tot 6,4). De PNF-behandeling veroorzaakte geen ernstige complicaties.

Ondanks verschillen in onderzoeksopzet lijken de kortetermijnresultaten van PNF-behandeling door de huisarts in dit onderzoek vergelijkbaar met die van twee Nederlandse plastisch chirurgen in het referentieonderzoek. Verder volgen van de behandelde patiënten moet duidelijk maken of de resultaten ook op de langere termijn vergelijkbaar zijn. Er is vooralsnog geen reden voor deze huisarts om te stoppen met het aanbieden van de PNF-behandeling in zijn praktijk.