Publicatie

Publicatie datum

De werkbelasting van huisartsen: Nederland in internationaal perspectief.

Schäfer, W., Groenewegen, P., Berg, M. van den. De werkbelasting van huisartsen: Nederland in internationaal perspectief. Utrecht: NIVEL, 2016. 36 p.
Download de PDF
Nederlandse huisartsen hebben (anno 2012) een tamelijk hoge werkbelasting vergeleken met huisartsen in andere landen. Dit blijkt uit ons onderzoek naar de werkbelasting van huisartsen in Nederland vergeleken met de werkbelasting van huisartsen in 33, voornamelijk Europese, andere landen.
De omvang van de patiëntenpopulatie waarvoor Nederlandse huisartsen verantwoordelijk zijn is groter dan die van hun collega’s in de meeste andere landen. Inclusief avond-, nacht-, en weekenddiensten, werken zij gemiddeld 48 uur per week. Slechts in enkele landen werken huisartsen meer uren per week. Verhoudingsgewijs besteden Nederlandse huisartsen meer tijd aan niet-patiënt-gebonden activiteiten dan veel van hun collega’s in andere landen. Die niet-patiënt-gebonden activiteiten omvatten administratieve taken, management en bijscholing.
Nederlandse huisartsen hebben een breed takenpakket dat in de loop van de tijd bovendien meer verbreed is dan in de meeste andere landen. Dankzij belangrijke organisatorische veranderingen in huisartsenpraktijken in de afgelopen 20 jaar kon een toename in de werkbelasting echter beperkt blijven. Huisartsen hebben bijvoorbeeld taken overgedragen aan praktijkassistenten en praktijkondersteuners en hun diensten georganiseerd in huisartsenposten.
Op dit moment is hun tevredenheid over hun werk bovengemiddeld vergeleken met huisartsen in andere landen, maar over de administratieve taken zijn zij minder tevreden. De kwaliteit van zorg, zoals ervaren door patiënten, vertoont geen sterke samenhang met de meer objectieve kant van werkbelasting (het aantal activiteiten en de tijd die deze activiteiten in beslag nemen). Wel hebben huisartsen die tevreden zijn over hun werk, ook meer tevreden patiënten.
Onder invloed van demografische en epidemiologische ontwikkelingen, zoals vergrijzing en toename van chronisch zieken, is de zorgvraag veranderd. Beleidsmakers hebben op deze veranderingen ingespeeld door grotere nadruk te leggen op de eerste lijn. De laatste jaren zijn er verschuivingen geweest van zorg van de tweede lijn naar de eerste lijn en recent de verschuiving van zorg en ondersteuning naar de gemeenten. Deze ontwikkelingen zijn naar verwachting van invloed geweest op de werkbelasting van huisartsen en maken de werk-belasting tot een belangrijk thema voor huisartsen en hun beroepsorganisaties. De werklast van huisartsen kan ook gevolgen hebben voor patiënten, omdat zij verzekerd moeten zijn van goede zorg dichtbij huis. Daarnaast zijn gemeenten voor een goede uitvoering van nieuwe taken afhankelijk zijn van de eerste lijn. Tot slot is het thema van belang voor de nationale overheid, omdat die verantwoordelijk is voor een goedwerkend zorgstelsel. Inzicht in de werkbelasting van huisartsen in Nederland is ook belangrijk vanwege de centrale positie van huisartsen als poortwachter voor gespecialiseerde gezondheidszorg. Mensen bezoeken eerst hun huisarts voor ze meer gespecialiseerde zorg kunnen krijgen. Daarom is het belangrijk dat huisartsenzorg, en eerstelijnszorg in het algemeen, in voldoende mate en van voldoende kwaliteit beschikbaar zijn.
Deze beleidssamenvatting is gebaseerd op analyses van de gegevens over werkbelasting en taakprofielen van huisartsen uit het QUALICOPC-onderzoek, een internationaal onderzoek onder ongeveer 7.000 huisartsen en 70.000 patiënten in 34 landen. In deze beleidssamenvatting gaan we in op de achtergrond, de kernboodschappen voortkomend uit het onderzoek naar werkbelasting, een vergelijking van Nederlandse huisartsen met andere landen op een aantal kernaspecten en de betekenis van de resultaten.