Publicatie

Publicatie datum

Digitale farmaceutische ondersteuning met ‘Persoonlijk advies diabetes’: meningen, behoeftes en voorkeuren van mensen met diabetes.

Eikenhorst, L. van, Kromhout, M., Post, A., Dijk, L. van, Vervloet, M. Digitale farmaceutische ondersteuning met ‘Persoonlijk advies diabetes’: meningen, behoeftes en voorkeuren van mensen met diabetes. Utrecht: Nivel, 2025. 44 p.
Download de PDF
Digitale ondersteuning bij zelfmanagement geeft veelbelovende resultaten. Service Apotheek speelt hierop in met hun zorgprogramma ‘Persoonlijk advies diabetes’, een gepersonaliseerde module binnen de Service Apotheek-app. Het programma biedt ondersteuning aan patiënten met diabetes, waarbij in de eerste plaats de focus ligt op patiënten die een nieuw medicijn krijgen voor de behandeling van diabetes. Het programma is ten tijde van dit onderzoek in de praktijk getest middels een pilot. Het doel van dit onderzoek was om de mening, behoeften en voorkeuren van mensen met diabetes (type 1 en type 2) wat betreft het zorgprogramma op te halen en mogelijke belemmerende en bevorderende factoren voor gebruik te identificeren. Tijdens twee bijeenkomsten met in totaal 10 mensen met (een verhoogd risico op) diabetes, van wie zes mannen en vier vrouwen, is in een groepsgesprek het zorgprogramma besproken. Aan de hand van een werkboek met een selectie van screenshots van alle onderdelen van het programma zijn meningen, behoeften en voorkeuren in kaart gebracht.

Algemene indruk programma
Over het algemeen waren de deelnemers positief over ‘Persoonlijk advies diabetes’ en zien zij het als aanvulling op bestaande ondersteuning vanuit de huisartsenpraktijk en/of ziekenhuis. Patiënten worden aangemeld voor het programma door de apotheker en ontvangen hierover informatie aan de balie, in de vorm van een flyer en een aanmeldingsmail. De informatie maakt nieuwsgierig naar het programma, maar de ontvangen informatie maakt niet voor alle deelnemers duidelijk wat het
programma inhoudt. Volgens de deelnemers is het belangrijk om vooraf ook informatie te ontvangen over de randvoorwaarden van het gebruik van het programma met betrekking tot privacy (wie heeft toegang tot welke gegevens) en mogelijke kosten. Sommige deelnemers staan wel open voor het leveren van een financiële bijdrage, anderen vinden dat het gratis moet zijn of
volledig moet worden vergoed door de zorgverzekeraar.
De inhoud van het programma richt zich op drie hoofdelementen
1) algemene informatie diabetes,
2) tips in de eerste 14 dagen van het medicijngebruik en
3) vragenlijst na 14 dagen.
De deelnemers kregen een selectie van deze informatie voorgelegd tijdens de bijeenkomsten om hierop te reflecteren.

Algemene informatie diabetes
Binnen het programma is algemene informatie beschikbaar over diabetes, onder andere over medicijnen, leefstijl en fysiologische aspecten van diabetes. Hierbij werd informatie over leefstijl en uitleg over diabetes het meest gewaardeerd. Ook werden er suggesties gedaan voor extra onderwerpen, zoals effecten van combinaties van medicijnen en een link naar de ‘Eetmeter’ van het Voedingscentrum. Betrouwbaarheid van de informatie is voor de deelnemers erg belangrijk en ze zouden graag duidelijke bronvermeldingen zien.

Gedoseerde eerste uitgifte informatie
In de eerste 14 dagen na de start van een nieuw medicijn krijgen gebruikers van het programma verschillende tips over dit medicijn. De personalisatie van informatie over het eigen medicijn vonden de deelnemers erg nuttig. Zij merkten het belang van het positief formuleren van informatie op en ook zodanig direct dat het aanspreekt tot actie. Het liefst zouden deelnemers
graag zelf kunnen beslissen over wanneer ze de informatie tot zich nemen, dus alle informatie in één keer beschikbaar stellen.
Nivel Digitale farmaceutische ondersteuning via het programma ‘Persoonlijk advies diabetes’

De 14 dagen vragenlijst
Na 14 dagen ontvangen patiënten een vragenlijst vanuit het programma waarin naar ervaringen en opvattingen over het medicijn gevraagd wordt. Deze werd door de deelnemers positief ontvangen en draagt in hun opinie bij aan zelfreflectie over het medicijngebruik. Er werden enkele suggesties gedaan ter verbetering van de vragenlijst, zoals meer aandacht voor ‘zorgen over medicijn gebruik’ en ‘verwachtingen over het effect van het medicijn’. Naar aanleiding van de gegeven antwoorden
ontvangen patiënten een gepersonaliseerde terugkoppeling met adviezen over vervolg gebruik van het medicijn. De meeste deelnemers gaven aan dit advies door te nemen, al dan niet door het globaal te lezen.

Conclusie
De deelnemers waren positief over het zorgprogramma ‘Persoonlijk advies diabetes’ en waardeerden de verschillende onderdelen. Het programma onderstreept de mogelijkheden van ondersteuning voor diabetes en medicijngebruik vanuit de apotheek en heeft sommige deelnemers gedurende de bijeenkomsten overtuigd van de meerwaarde van de betrokkenheid van de apotheek. Wel zijn er verbeterpunten genoemd waarmee het programma verder geoptimaliseerd kan worden.