Publicatie

Publicatie datum

Evaluatie "bewegen met beleid": eindrapport.

Steultjens, M., Ende, E. van den, Dekker, J. Evaluatie "bewegen met beleid": eindrapport. Utrecht: NIVEL, 1999. 48 p.
Download de PDF
Lage rugklachten behoren tot de meest voorkomende gezondheidsklachten in Nederland. De hierdoor veroorzaakte kosten (werkverzuim, WAO en rechtstreekse medische kosten) worden geschat op ruim ƒ 9 miljard. Alleen dit bedrag al rechtvaardigt de groeiende aandacht voor preventie van deze klachten. Tegenwoordig poogt men (het recidiveren van) rugklachten te voorkomen door fysiotherapeutische interventies. In dit kader wordt het bewegingseducatie- programma ‘Bewegen met Beleid' aangeboden door Stichting Benefit - Stabiliteit in Bewegen (voorheen Stichting Benefit - Bewegen met Beleid) te Almelo. Dit programma is gericht op patiënten met sub-acute, sub-chronische en chronische a-specifieke rugklachten, met name uit de beroepsbevolking. Voor deelname zijn specifieke toelatingseisen geformuleerd (bijvoorbeeld geen herniapatiënt, klachten waarschijnlijk het gevolg van biomechanische overbelasting). Het programma heeft de vorm van groepstherapie. Curatieve en preventieve elementen zijn in het aanbod gecombineerd.
In september 1997 is het Nivel begonnen met een evaluatie van het programma.

Het programma
Het programma is opgebouwd in vier fasen. Fase 1 is een voorfase waarin de patiënten individueel worden behandeld met reguliere fysiotherapie. Deze fase omvat maximaal zes zittingen en duurt ten hoogste twee weken. De bedoeling van deze fase is de fysieke belastbaarheid van de patiënten op het vereiste aanvangs- niveau voor fase 2 te brengen. Fase 2, 3 en 4 vormen de groepstherapie. Deze fasen omvatten ieder ongeveer 16 uur therapie in ongeveer twee maanden. Aan het eind van elke fase wordt van iedere patiënt nagegaan of hij het niveau heeft om naar de volgende fase te gaan. Wanneer hij dit nog niet bereikt heeft, wordt de betreffende fase voor hem verlengd. In fase 2 ligt de nadruk op het verhogen van de fysieke belastbaarheid. Aan het eind van deze fase moet de patiënt zijn werkzaamheden weer hebben hervat. In fase 3 en 4 ligt het accent op voorkómen van recidive (tertiaire preventie). In deze fasen is er veel aandacht voor de manier van werken en de inrichting van de werkplek. Er wordt gewerkt aan een verbetering van de algehele fysieke conditie. In de laatste fase wordt met de patiënt gezocht naar een voor hem aantrekkelijke vorm van sportbeoefening.

Resultaten
De deelnemers die de voorbereidende fase volgden (dat was niet bij allen nodig) hadden meer pijn en klachten dan gemiddeld. Bij afsluiting van deze fase waren de klachten teruggebracht tot het gemiddelde niveau. In fase 2 werd de ernst van pijn en rugklachten duidelijk minder. De algemene gezondheidstoestand van de patiënt werd beter, hoewel hij nog steeds onder die van een ‘normale' gezonde populatie lag. Het einddoel van fase 2, weer in staat zijn de dagelijkse werkzaam- heden uit te voeren, werd door 25% van de patiënten niet gehaald. In de derde fase was een verdere verbetering te zien van pijn en rugklachten. Ook de sociale participatie (werk en vrijetijdsbesteding) werd beter. Na afloop van fase 4 bleken de deelnemers een zeer duidelijke reductie van pijn en rugklachten en verbetering van de algemene gezondheidstoestand te ondervinden. Verreweg de meeste uitstromers (92,3%) konden hun werk weer onbelemmerd verrichten.
Er was wel een relatief grote uitval: van de 122 patiënten die instroomden hielden 98 het vol tot het eind van fase 4. Met name in fase 3 was een grote uitval. Deze uitval heeft overigens weinig effect op de totale resultaten van het programma. De therapietrouw was heel redelijk: 75% tot 85% van de deelnemers was altijd of nagenoeg altijd op de trainingen aanwezig.
Ook een halfjaar na de afsluiting van de laatste fase bleek bij de meerderheid van de deelnemers de klachten stabiel te zijn gebleven. Zij konden zonder belemme- ringen functioneren.
Met het programma ‘Bewegen met Beleid' wilde men ook een gedragsverandering bewerkstelligen waardoor men beter met zijn rug en rugklachten zou omgaan. Of men hierin geslaagd is, kon in het kader van deze evaluatie niet worden vastgesteld.