Publicatie

Publicatie datum

Improving self-management in type 2 diabetes: the role of group education and patient participation.

Pon, E. du. Improving self-management in type 2 diabetes: the role of group education and patient participation. Nijmegen: Radboud Universitieit, 2020. 194 p. p. Proefschrift van de Radboud Universiteit Nijmegen
Download de PDF
Sinds de tweede helft van de jaren negentig is het aantal patiënten met diabetes type 2 (DM2) toegenomen. Deze toename is het gevolg van bevolkingsgroei, hogere levensverwachting en de obesitas-epidemie. DM2 is een chronische, progressieve aandoening die wordt gekenmerkt door verhoogde niveaus van bloedglucose. Het wordt veroorzaakt door een combinatie van insulinetekort en insulineresistentie wat kan leiden tot ernstige complicaties. Belangrijke risicofactoren voor het ontwikkelen van DM2 zijn overgewicht of obesitas, lichamelijke inactiviteit en slechte voedingsgewoonten, waarbij genetische aanleg ook een rol speelt.
Mensen met DM2 worden voornamelijk behandeld in de eerstelijnszorg. Naast jaarlijkse huisartsenbezoeken controleert een praktijkondersteuner (POH) om de drie tot zes maanden het lichaamsgewicht, de bloeddruk en de (nuchtere) bloedglucosespiegels. Naast een gezonde leefstijl bestaat de behandeling van DM2 vaak uit langdurige therapie met bloedglucose verlagende medicijnen.
In de nabije toekomst zal het aantal huisartsen en POH’ers niet in staat zijn om de verwachte groei van patiënten met DM2 te realiseren. Ter compensatie moet de werklast per patiënt voor zorgverleners afnemen, uiteindelijk resulterend in minder contacttijd per patiënt. Bovendien zal de algemene groei van de kosten voor gezondheidszorg de mogelijkheden om voldoende tijd met elke patiënt door te brengen verder beperken. Daarom zijn alternatieve vormen van ondersteuning, behandeling en zelfmanagement van de patiënt nodig.
Tegenwoordig worden patiënten met chronische aandoeningen aangemoedigd om actieve deelnemers aan hun eigen gezondheidszorg te zijn. In tegenstelling tot veel andere chronische aandoeningen vereist DM2 relatief veeleisende zelfmanagementactiviteiten om de aandoening dagelijks te beheersen. Zelfmanagement kan worden gedefinieerd als de actieve deelname van patiënten aan hun behandeling met als doel het effect van de chronische aandoening op de lichamelijke gezondheid en de dagelijkse activiteiten te minimaliseren en patiënten in staat te stellen om te gaan met de psychologische effecten van de aandoening. Daarom moeten mensen met DM2 dagelijkse beslissingen nemen als reactie op hun ziektetoestand. Als gevolg hiervan richten de zorgconcepten van vandaag zich op zelfmanagement. Zelfmanagementgedrag omvat bloedglucosemeting thuis (voor insulinegebruikers), gezonde voeding, dagelijkse lichamelijke activiteit, voetverzorging en medicijngebruik. Van al deze factoren is aangetoond dat ze de incidentie en progressie van complicaties geassocieerd met DM2 aanzienlijk verminderen.
In Nederland is op protocol gebaseerde diabeteszorg overigens goed georganiseerd. In de afgelopen decennia is de kwaliteit van klinische zorg voor patiënten met DM2 zelfs aanzienlijk verbeterd. Desondanks is het voor veel patiënten moeilijk om zich aan een DM2-behandeling te houden. Het effectief toepassen van zelfmanagement is vaak een uitdaging en zelfmanagement van DM2 is minder dan optimaal, vooral met betrekking tot leefstijlgedrag. Slecht zelfmanagement kan een bewuste keuze zijn. Sommige patiënten zien de relevantie van het leefstijladvies voor hun eigen gezondheid niet in, terwijl anderen het vertrouwen missen dat ze erin zullen slagen om de
veranderingen door te voeren.
In dit proefschrift staan de volgende aspecten van zelfmanagement centraal: participatie tijdens het consult, therapietrouw en gebruik van een online zorgplatform.