Publicatie

Publicatie datum

Indicatiestelling voor AWBZ-zorg, sector Verpleging en Verzorging, Thuiszorg: ontwikkelingen, knelpunten en oplossingsrichtingen.

Peeters, J.M., Francke, A.L. Indicatiestelling voor AWBZ-zorg, sector Verpleging en Verzorging, Thuiszorg: ontwikkelingen, knelpunten en oplossingsrichtingen. Utrecht: NIVEL, 2007. 133 p.
Download de PDF
De indicatiestelling voor zorg die wordt geleverd door verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg is de laatste jaren verbeterd, maar verdere verbeteringen zijn gewenst.

Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL dat werd uitgevoerd omdat het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) en ActiZ, organisatie van zorgondernemers, gericht willen werken aan verbeteringen. Vertegenwoordigers van cliënten, mantelzorgers, indicatiestellers, zorgkantoren en zorgaanbieders vinden dat de indicatiestelling is verbeterd sinds de oprichting van het CIZ. Zo is de uniformiteit verbeterd en zijn de doorlooptijden van de aanvragen verkort. Het CIZ wordt door alle partijen als een objectief en onafhankelijk indicatieorgaan gezien. De indicatiestelling kan nog wel klantgerichter, eenvoudiger en meer uniform.

Het onderzoek
Het CIZ en ActiZ hebben het NIVEL gevraagd te onderzoeken welke verbeteringen wenselijk zijn binnen de indicatiestelling voor zorg door verpleeg- en verzorgingshuizen of de thuiszorg. Het NIVEL hield hiervoor in 2006 interviews met sleutelfiguren rond de indicatiestelling en legde vragenlijsten voor aan indicatiestellers, zorgkantoren, en zorgaanbieders. Om inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten en mantelzorgers zijn de resultaten van recent onderzoek van het Julius Centrum gebruikt. Dit onderzoek was gericht op de tevredenheid bij cliënten van het CIZ. Verder is een expertmeeting gehouden met deskundigen uit de praktijk om de belangrijkste knelpunten en mogelijke oplossingen in beeld te brengen.

Verbeteringen en knelpunten
Uit het onderzoek blijkt dat vertegenwoordigers van cliënten, mantelzorgers, indicatiestellers, zorgkantoren en zorgaanbieders het er over eens zijn dat een onafhankelijke, objectieve en integrale indicatiestelling belangrijk is. De ondervraagde partijen beschouwen het CIZ over het algemeen als een objectief en onafhankelijk indicatieorgaan. De indicatiestelling door het CIZ is, in de optiek van de ondervraagde partijen, verbeterd in vergelijking met de indicatiestelling door de Regionale Indicatieorganen (RIO’s). Zo is de uniformiteit verbeterd en zijn de doorlooptijden verkort.
Het onderzoek signaleert ook een aantal knelpunten en verbeterpunten voor alle betrokken partijen. Zo vinden de mensen die werden geïnterviewd de indicatiestelling vaak nog te weinig efficiënt: geïnterviewden vinden het wenselijk dat het indicatieproces wordt versneld. En vindt een deel van de zorgkantoren en zorgaanbieders de indicatie nog niet voldoende objectief en uniform. Ook wordt een gebrek aan één taal in de hele zorgketen als een knelpunt ervaren.

Oplossingen
Volgens de geïnterviewden is één van de oplossingen dat de zorgaanbieder zelf de herindicatie verzorgt bij cliënten die al langer zorg ontvangen. Het CIZ kan dan steekproefsgewijs controleren of er goed wordt geïndiceerd. Momenteel is het bij aanvragen voor enkelvoudige, kortdurende zorg al mogelijk voor de zorgaanbieder om zelf een indicatie te verzorgen. Dit gebeurt aan de hand van zogenoemde Standaard Indicatieprotocollen. Hiervan werd het afgelopen jaar 130.000 keer gebruik gemaakt. Deze manier van werken draagt volgens alle partijen bij aan het oplossen van de bureaucratie en verhoogt de efficiency en klantvriendelijkheid.
Bij verdere mandatering kan het CIZ zich vooral richten op de complexe aanvragen en als deskundige instantie – steekproefsgewijs – toetsen of zorgaanbieders op een juiste wijze AWBZ-zorg indiceren. Hierdoor worden aanvragen sneller behandeld en ontstaat meer tijd voor maatwerk. De onafhankelijkheid en uniformiteit blijft gegarandeerd.

Voorstellen CIZ: vereenvoudiging indicatiestelling
Het CIZ vindt dat de resultaten uit dit onderzoek goed aan sluiten bij de voorstellen die het CIZ recentelijk heeft voorgelegd aan de staatssecretaris mevrouw Bussemaker van het ministerie van VWS. Het CIZ heeft de afgelopen 2,5 jaar sterk geïnvesteerd in uniformering van het proces van indicatiestelling voor de AWBZ-zorg. De tijd is nu rijp om te komen tot een vereenvoudiging van de indicatiepraktijk. Concreet werkt het CIZ momenteel aan de volgende punten:

Ontwikkelen van cliënt- en risicoprofielen om informatie van de zorgaanbieders en hulpverleners ‘slimmer’ te gebruiken;
Meer ruimte voor maatwerk in complexe situaties door terugdringen van belasting rondom vervolgindicaties;
Betere dienstverlening aan cliënten, ondermeer door het ontwikkelen van instrumenten waardoor een cliënt thuis een aanvraag kan indienen in de vorm van een concept zelfindicatie;
Invoeren van een landelijk informatienummer;
Meer inzet voor integrale indicatiestelling AWBZ, Wmo, jeugdzorg en onderwijs;
Invoeren aanpak transferpunten ziekenhuizen bij grote huisartsenposten;
Uitvoeren van experimenten in enkele gemeenten met indicatiestelling door huisartsen en wijkverpleegkundigen.
ActiZ: eenheid van taal
ActiZ vindt het een goede zaak dat bij de indicatiestelling meer gebruik zou worden gemaakt van de kennis en kunde van de professionals die dagelijks bij de zorg betrokken zijn. Nu de onafhankelijkheid van de indicatiestelling is gewaarborgd door heldere indicatierichtlijnen en protocollen, is dat ook mogelijk. Van belang daarbij is dat de cliënt de mogelijkheid wordt geboden om zijn indicatie te laten toetsen bij het CIZ.
Het rapport bevat bruikbare adviezen voor verbetering waaraan ActiZ wil meewerken. Een belangrijk thema daarbij vormt de eenheid van taal tussen partijen die betrokken zijn bij de AWBZ-zorg: het CIZ, het zorgkantoor en de zorgaanbieder. Voor zorgverleners is het van belang dat de indicatie wordt gesteld in termen die aansluiten op de professionele maatstaven van de werkers in het veld.