Publicatie

Publicatie datum

Monitor palliatieve zorg: rapport 2006 en bevindingen over drie jaar monitor.

Mistiaen, P., Ruth, L. van, Francke, A.L. Monitor palliatieve zorg: rapport 2006 en bevindingen over drie jaar monitor. Utrecht: NIVEL, 2006. 133 p.
Download de PDF
Eind jaren negentig telde Nederland ongeveer 40 palliatieve zorgvoorzieningen, nu zijn dat er al zo’n 230: bijna zes keer zoveel. Ook de verpleeg- en verzorgingshuizen begeven zich steeds meer op de ‘markt’ van het huiselijk sterven.

Palliatieve zorgvoorzieningen bieden terminale patiënten een huiselijke omgeving waarin ze worden verzorgd en kunnen sterven. De laatste twee jaar groeide het aantal palliatieve zorgvoorzieningen met 40 procent en er zijn er nog zo’n 40 in oprichting. Dit is opmerkelijk omdat veel zorgverleners en de overheid palliatieve zorg vooral zien als reguliere zorg die wordt verleend door bijvoorbeeld de huisarts en de wijkverpleegkundige. In 2005 overleden ongeveer 4000 terminale patiënten in een palliatieve zorgvoorziening. Dat is ongeveer 5 % van alle mensen die dat jaar overleden.

Consultatieteams
Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) verrichtte met subsidie van het ministerie van VWS onderzoek naar palliatieve zorgvoorzieningen. Daarnaast volgde het NIVEL in de afgelopen drie jaar de afdelingen palliatieve zorg van de Integrale Kankercentra en gespecialiseerde consultatieteams op het terrein van palliatieve zorg. Inmiddels kunnen overal in Nederland huisartsen, wijkverpleegkundigen en andere zorgverleners deskundig advies krijgen van deze consultatieteams. Mede daardoor is het mogelijk om thuis goede palliatieve zorg te leveren.

Huiselijke omgeving
Uit ander onderzoek is bekend dat driekwart van de Nederlanders bij voorkeur thuis wil sterven. Voor terminale patiënten die niet thuis kunnen of willen sterven, zijn er verschillende voorzieningen. Ze kunnen terecht in een hospice, een ‘bijna-thuis-huis’ of een palliatieve unit in een verpleeg- of verzorgingshuis. Deze bieden allemaal een huiselijke omgeving, maar de organisatie van de zorg is verschillend. Zo heeft een hospice verpleegkundigen in vaste dienst, terwijl een bijna-thuis-huis werkt met vrijwilligers die worden aangestuurd door een betaalde coördinator. Huisarts en thuiszorg bezoeken de patiënten in de bijna-thuis-huizen regelmatig.

Kwaliteit van zorg
Over het algemeen hebben de verschillende palliatieve zorgvoorzieningen een kwaliteitsbeleid. De meeste werken volgens richtlijnen en hebben ook een werkplan of jaarverslag. Al zijn er mogelijk wel verschillen in de werkelijke kwaliteit van de zorg. NIVEL-onderzoeker Anneke Francke: “Daar moet meer onderzoek naar worden gedaan. Hoe is de kwaliteit van zorg in de instelling waar mensen sterven? Waar krijg je de beste zorg? Het publiek moet daar informatie over kunnen vinden.”

Concurrentie
Inzicht in die kwaliteit is ook belangrijk omdat ruim de helft (57 %) van de palliatieve zorgvoorzieningen zegt te kampen met financiële problemen. Mede door de sterke groei maakt 26 % zich zorgen over de concurrentie. De groei gaat ondertussen gestaag door. Het aantal hospices en bijna-thuis-huizen blijft voorlopig nog toenemen en ook steeds meer verpleeg- en verzorgingshuizen beginnen kleine palliatieve units. “Wij zien het aantal palliatieve zorgvoorzieningen nog steeds toenemen”, constateert Francke. “Toch is er in de regio’s vrijwel nooit behoefte-onderzoek gedaan. We weten dus niet of de groei aansluit bij de behoefte.”