Programmaleider Verpleging, Verzorging en Ouderenzorg; bijzonder hoogleraar 'Verpleging en verzorging in de laatste levensfase', Vrije Universiteit / Amsterdam UMC
Publicatie
Publicatie datum
Ontwikkelingen in de sterfte aan kanker en andere chronische aandoeningen.
Velden, L.F.J. van der, Francke, A.L., Hingstman, L., Willems, D.L. Ontwikkelingen in de sterfte aan kanker en andere chronische aandoeningen. TSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen: 2008, 86(7), p. 399-404.
Download de PDF
Inleiding: Voor de vormgeving van beleid op het gebied van palliatieve zorg is het van belang inzicht te hebben in kenmerken van mensen die overlijden aan een niet-acute aandoening. Daarom is onderzoek verricht naar het aandeel van de sterfte dat is veroorzaakt door niet-acute aandoeningen, het aandeel daarin van verschillende aandoeningen en naar waar de niet-acute sterfte plaatsvindt. Methode: Analyse van sterftecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Resultaten: In 2006 overleden ongeveer 135.000 personen, waarvan 73.000 (54%) aan een chronische aandoening. Kanker was veruit de meest voorkomende niet-acute doodsoorzaak (ongeveer 40.000 overledenen). CVA (na correctie voor acute sterfte), COPD, dementie en hartfalen waren ook frequente niet-acute doodsoorzaken, met elk rond de 6.000 overledenen in 2006. Bijna 90% van de niet-acuut overledenen was van Nederlandse herkomst, 8% was westers allochtoon en 2% was niet-westers allochtoon. Vrijwel eenderde van de mensen overleed thuis, 27% in een ziekenhuis, 25% in een verpleeghuis en 15% elders. Ten opzichte van 1996 is de sterfte aan chronische aandoeningen met 0,7% per jaar gestegen. Discussie: Een verdere groei van de niet-acute sterfte is te verwachten. Het aantal niet-westerse allochtonen dat aan een chronische aandoening zal sterven, zal gaan groeien. (aut. ref.)
Background: For palliative care, it is relevant to have insight into non-acute mortality. A study is performed to gain insight into the proportion of deaths caused by chronic diseases, the share of specific diseases within the non-acute deaths and the place of death. Methods: Analysis of death statistics of CBS (Statistics Netherlands). Results: In 2006, 135,000 people died of which 73,000 (or 54%) died from a chronic disease. Cancer was the most frequent diagnosis (40,000 deaths). Stroke (after correction for acute deaths), COPD, dementia and hart failure were each responsible for about 6,000 deaths in 2006. Nearly 90% of the people who died were of Dutch origin, 8% were western immigrants and 2% were non-western immigrants. About one-third of the people died at home, 27% in a hospital, 25% in a nursing home and 15% somewhere else. Compared to 1996, death caused by chronic diseases has risen by around 0,7% every year. Conclusion: We expect a further increase of the total number of non-acute deaths in the Netherlands. The number of non-western immigrants dying caused by a chronic disease is expected to increase.(aut. ref.)
Gegevensverzameling