Publicatie

Publicatie datum

Palliatieve zorg voor dak-en thuislozen in opvanginstellingen in Nedeland: een retropectief dossieronderzoek.

Dongen, S.I. van, Klop, J.T., Onwuteaka-Philipsen, B.D., Veer, A.J.E. de, Francke, A.L., Slockers, M.T., Laere, I.R. van, Heide, A. van der, Rietjens, J.A.C. Palliatieve zorg voor dak-en thuislozen in opvanginstellingen in Nedeland: een retropectief dossieronderzoek. Nederlands-Vlaams Tijdschrift voor Palliatieve Zorg: 2017, 15(1), p. 33-34. Abstracts: Nederlands- Vlaamse Wetenschapsdagen Palliatieve Zorg 2017, 30 november en 1 december 2017 in Amsterdam.
Lees online
Inleiding
Ernstig zieke dak- of thuisloze mensen krijgen vaak niet of laat in hun ziekteproces palliatieve zorg. Om palliatieve zorg voor deze mensen adequater vorm te geven en tijdiger te kunnen inzetten is inzicht nodig in de doelgroep en de huidige (zorg)praktijk. Deze studie beschrijft wat overleden dak- en thuislozen in de laatste levensfase kenmerkte, welke zorg zij in opvanginstellingen kregen en welke knelpunten zich hierin voordeden.

Methoden
Een beschrijvend, kwantitatief en kwalitatief dossieronderzoek bij twee Nederlandse opvanginstellingen met verpleegbedden. Geïncludeerd zijn de medische en verpleegkundige dossiers van 61 dak- en thuisloze mensen die in de periode 2009–2016 overleden en in de drie maanden voorafgaand aan het overlijden ten minste één nacht verbleven in een van beide opvanginstellingen. Voor dit onderzoek is met behulp van een vooraf ontwikkeld en getest extractieformulier informatie verzameld over sociaal-demografische kenmerken, symptomen en diagnosen, betrokken zorgdisciplines, verblijfplaatsen en knelpunten in de zorg in de laatste levensfase.

Resultaten
Het merendeel van de 61 cliënten was in de opvanginstellingen opgenomen vanuit een beschermde (34%) of begeleide (20%) woonvorm en had een combinatie van somatiek (98%), psychiatrie (85%) en verslaving (93%, exclusief nicotine). In 75% van de gevallen werd de signalering van de laatste levensfase op enige wijze in het dossier genoteerd; dit gebeurde 0–1253 dagen (mediaan=67 dagen) vóór het overlijden. Bij 16 personen (26%) werd in het laatste levensjaar een palliatief team betrokken. In de laatste drie maanden werd 75% van de cliënten overgeplaatst naar een algemeen ziekenhuis of een andere zorginstelling. De meeste
sterfgevallen vonden plaats in de opvanginstellingen (64%), gevolgd door een algemeen ziekenhuis (26%) en een hospice (3%). Gerapporteerde knelpunten betroffen voornamelijk regelgeving en financiering (o.a. geen zorgverzekering), medisch-farmacologische complicaties (o.a. moeizame pijnbestrijding bij middelengebruik), communicatie tussen zorgprofessionals en cliënt (gebrekkig ziekte-inzicht en gedragsproblemen) en fragmentatie van expertise en voorzieningen.

Conclusie
Dak- en thuisloze mensen kampen in de laatste levensfase met multipele gezondheidsproblemen. Palliatieve zorg voor deze mensen is derhalve complex en vraagt om specifieke expertise en begeleiding vanuit verschillende zorgdisciplines. Intensievere samenwerking tussen experts op het gebied van psychosociale, medische en palliatieve zorg zou de palliatieve zorg voor deze kwetsbare doelgroep kunnen verbeteren, zodanig dat zij in hun vertrouwde omgeving van de opvanginstelling waardig kunnen overlijden.
Wat betekent uw onderzoek voor de praktijk?
Inzicht in de huidige palliatieve zorg voor dak- en thuislozen in opvanginstellingen is nodig om deze zorg in de toekomst te verbeteren.