Publicatie
Publicatie datum
Preventieve ergotherapie bij ouderen: een pilot-studie.
Plas, M., Jellema, S., Dekker, J., Ende, E. van den. Preventieve ergotherapie bij ouderen: een pilot-studie. Utrecht: NIVEL, 1999. 51 p.
Download de PDF
Kan ergotherapie een preventieve taak vervullen? In Nederland wordt ergotherapie alleen toegepast als er reeds problemen zijn. Zowel in de intramurale als de extramurale praktijk is ergotherapie gericht op het diagnostiseren en behandelen van patiënten. De ergotherapeutische behandelingsprogramma's zijn erop gericht de patiënt te oefenen en te adviseren om de gevolgen van ziekte, beperkingen en handicaps voor de activiteiten in het dagelijks leven zoveel mogelijk te beperken. Er zijn echter aanwijzingen dat de ergotherapeut meer zou kunnen bereiken als hij/zij zou worden ingeschakeld op een moment dat de beperking nog niet of nauwelijks problemen oplevert. Deze vorm van ergotherapie heeft hier een secundair-preventief karakter; zij is erop gericht problemen in een vroeg stadium op te sporen en te behandelen. In de Verenigde Staten blijkt dat deze vorm van preventieve ergotherapie een positief effect heeft op ouderen. Dit effect is merkbaar in het fysiek en sociaal functioneren, de ervaren gezondheid en de algemene geestelijke gezondheid. In Nederland blijkt uit een studie van enkele jaren geleden dat ouderen veel baat kunnen hebben bij ergotherapie aan huis.
Op grond van de positieve resultaten elders is in Haarlem een experimentele verkennende studie uitgevoerd. Men wilde een werkwijze bij screening en advisering door ergotherapeuten bij ouderen ontwikkelen. Hiertoe wilde men vaststellen in hoeverre ergotherapie door een screening kan bijdragen aan het zelfstandig functioneren van thuiswonende ouderen. Er is een registratieformulier ontwikkeld waarmee ergotherapeuten huisbezoeken hebben afgelegd bij zelfstandig wonende ouderen van 75 jaar en ouder en hun eventuele partner.
De meeste ouderen bleken beperkingen en problemen te hebben met hun mobiliteit. Meer dan de helft van de ondervraagden heeft ook beperkingen op het gebied van productiviteit, ontspanning en persoonlijke verzorging. De meest voorkomende ernstige beperking is het doen van zwaar huishoudelijk werk, gevolgd door het houden van vakantie en klussen in en om het huis. Het meest genoemde ernstige probleem is het zich buiten verplaatsen, gevolgd door het houden van vakantie en staan.
Ruim driekwart van de onderzochte ouderen loopt volgens de ergotherapeute het risico binnen twee jaar niet meer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit risico is eerder aanwezig als het aantal stoornissen groter is. Twee groepen hebben een verhoogd risico om in de nabije toekomst niet meer zelfstandig te kunnen functioneren: ouderen met stoornissen aan het bewegingsapparaat en ouderen met cognitie- of geheugenstoornissen. Dit is meer dan de helft, respectievelijk bijna een kwart van de onderzochte groep ouderen. Dit betekent dat een grote groep ouderen een verhoogd risico heeft binnen niet al te lange tijd niet meer zelfstandig te kunnen functioneren. Preventieve ergotherapie zou voor deze groep helpen om dit risico zo klein mogelijk te maken.
In een groot aantal huishoudens is informatie of advies gegeven over het inschakelen van de buurtconciërge. Ook is regelmatig geadviseerd een aanvraag in te dienen bij de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG). Hulpmiddelen bij toiletgebruik en baden, wassen en/of douchen zijn het meest geadviseerd. Het is opmerkelijk dat hoewel de grootste groep beperkingen en problemen heeft met mobiliteit, de meeste adviezen zijn gegeven in de sfeer van de persoonlijke verzorging.
In een telefonische evaluatie gaf bijna de helft van huishoudens aan dat zij een of meer adviezen hadden uitgevoerd. Omdat de evaluatie telefonisch heeft plaats- gevonden zou er mogelijk sprake kunnen zijn van sociaal wenselijke antwoorden. Om deze reden en om na te gaan of geadviseerde hulpmiddelen of voorzieningen op de juiste wijze gebruikt worden, zouden de ergotherapeuten eigenlijk een tweede huisbezoek moeten brengen. Zij zouden daarmee ook een bijdrage kunnen leveren aan het te volgen adviestraject.
Volgens de deelnemende ergotherapeuten hebben zij in ruim driekwart van de huisbezoeken op z'n minst enig resultaat bereikt.
Het experiment werd gehouden in gemeente Haarlem. Deze gemeente voert een actief ouderenbeleid. Zo zijn er buurtconciërges die klusjes uitvoeren en kleine voorzieningen aanbrengen. Ook wordt er uitgebreid voorlichting gegeven aan ouderen (er is bijvoorbeeld een ouderenadviseur). Toch kregen de benaderde ouderen nog veel informatie en advies van de ergotherapeuten. Men kan daarom vermoeden dat ouderen in andere gemeentes, en ouderen die niet meer zelfstandig wonen nog meer baat zullen hebben van preventieve ergotherapie.
Op grond van de positieve resultaten elders is in Haarlem een experimentele verkennende studie uitgevoerd. Men wilde een werkwijze bij screening en advisering door ergotherapeuten bij ouderen ontwikkelen. Hiertoe wilde men vaststellen in hoeverre ergotherapie door een screening kan bijdragen aan het zelfstandig functioneren van thuiswonende ouderen. Er is een registratieformulier ontwikkeld waarmee ergotherapeuten huisbezoeken hebben afgelegd bij zelfstandig wonende ouderen van 75 jaar en ouder en hun eventuele partner.
De meeste ouderen bleken beperkingen en problemen te hebben met hun mobiliteit. Meer dan de helft van de ondervraagden heeft ook beperkingen op het gebied van productiviteit, ontspanning en persoonlijke verzorging. De meest voorkomende ernstige beperking is het doen van zwaar huishoudelijk werk, gevolgd door het houden van vakantie en klussen in en om het huis. Het meest genoemde ernstige probleem is het zich buiten verplaatsen, gevolgd door het houden van vakantie en staan.
Ruim driekwart van de onderzochte ouderen loopt volgens de ergotherapeute het risico binnen twee jaar niet meer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit risico is eerder aanwezig als het aantal stoornissen groter is. Twee groepen hebben een verhoogd risico om in de nabije toekomst niet meer zelfstandig te kunnen functioneren: ouderen met stoornissen aan het bewegingsapparaat en ouderen met cognitie- of geheugenstoornissen. Dit is meer dan de helft, respectievelijk bijna een kwart van de onderzochte groep ouderen. Dit betekent dat een grote groep ouderen een verhoogd risico heeft binnen niet al te lange tijd niet meer zelfstandig te kunnen functioneren. Preventieve ergotherapie zou voor deze groep helpen om dit risico zo klein mogelijk te maken.
In een groot aantal huishoudens is informatie of advies gegeven over het inschakelen van de buurtconciërge. Ook is regelmatig geadviseerd een aanvraag in te dienen bij de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG). Hulpmiddelen bij toiletgebruik en baden, wassen en/of douchen zijn het meest geadviseerd. Het is opmerkelijk dat hoewel de grootste groep beperkingen en problemen heeft met mobiliteit, de meeste adviezen zijn gegeven in de sfeer van de persoonlijke verzorging.
In een telefonische evaluatie gaf bijna de helft van huishoudens aan dat zij een of meer adviezen hadden uitgevoerd. Omdat de evaluatie telefonisch heeft plaats- gevonden zou er mogelijk sprake kunnen zijn van sociaal wenselijke antwoorden. Om deze reden en om na te gaan of geadviseerde hulpmiddelen of voorzieningen op de juiste wijze gebruikt worden, zouden de ergotherapeuten eigenlijk een tweede huisbezoek moeten brengen. Zij zouden daarmee ook een bijdrage kunnen leveren aan het te volgen adviestraject.
Volgens de deelnemende ergotherapeuten hebben zij in ruim driekwart van de huisbezoeken op z'n minst enig resultaat bereikt.
Het experiment werd gehouden in gemeente Haarlem. Deze gemeente voert een actief ouderenbeleid. Zo zijn er buurtconciërges die klusjes uitvoeren en kleine voorzieningen aanbrengen. Ook wordt er uitgebreid voorlichting gegeven aan ouderen (er is bijvoorbeeld een ouderenadviseur). Toch kregen de benaderde ouderen nog veel informatie en advies van de ergotherapeuten. Men kan daarom vermoeden dat ouderen in andere gemeentes, en ouderen die niet meer zelfstandig wonen nog meer baat zullen hebben van preventieve ergotherapie.