Publicatie

Publicatie datum

Respiratoire infectieziekten in het jaar 2005/2006.

Dijkstra, F., Gageldonk-Lafeber, A.B. van, Brandsema, P., Ry van Beest Holle, M. du, Meijer, A., Lubben, I.M. van der, Wilbrink, B., Sande, M.A.B. van der. Respiratoire infectieziekten in het jaar 2005/2006. Infectieziekten Bulletin: 2006, 17(11), 390-397
Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste bevindingen uit de ‘jaarrapportage respiratoire infectieziekten 2005/2006’.Voor deze rapportage werden beschikbare surveillancedata van respiratoire infecties in Nederland geanalyseerd die betrekking hebben op het respiratoire jaar 2005/2006 (1 mei 2005 tot en met 30 april 2006) of, voor gegevens die alleen per geheel kalenderjaar verstrekt worden, op het kalenderjaar 2005. In 2005/2006 bleek ruim 10% van alle sterfte gerelateerd aan een pneumonie, wat vergelijkbaar is met de voorgaande 3 respiratoire jaren. Bijna 1% van de bevolking consulteerde in 2005 hun huisarts wegens een pneumonie. De incidentie van huisartsconsulten wegens influenza-achtig ziektebeeld (IAZ) was met 2% in 2005/2006 vergelijkbaar met voorgaande jaren. Bij 32% van bemonsterde IAZ-patiënten kon ook een influenzavirus worden aangetoond (en bij 46% tijdens de piek van het influenzaseizoen). Het aantal meldingen van legionellose is toegenomen van 216 in 2003/2004 tot 278 in 2005/2006. Het aantal meldingen van psittacose nam in dezelfde periode toe van 30 tot 67, terwijl Q-koorts net als voorgaande jaren slechts sporadisch gemeld werd (9 keer in 2005/2006). Er zijn in 2005/2006 geen grote uitbraken van respiratoire infecties opgetreden. De dreiging van een respiratoire uitbraak met een bekend of nieuw pathogeen blijft echter zeer reëel. De geïntegreerde aanpak van bestrijding, surveillance en onderzoek van (uitbraken van) respiratoire infectieziekten zal daarom verder versterkt worden. (aut.ref.)