Publicatie
Publicatie datum
Safety of antithrombotic care in Dutch hospitals.
Moesker, M.J. Safety of antithrombotic care in Dutch hospitals. Utrecht/Amsterdam: Nivel, VU Medical Center, 2023. 158 p. Proefschrift van de Vrije Universiteit.
Download de PDF
Antitrombotica behoren tot de meest gebruikte medicijnen in de gezondheidszorg. Ongeveer een op de tien Nederlanders gebruikt antitrombotica. Antitrombotica worden gebruikt om het risico op stolselvorming door pathologieën zoals atriumfibrilleren of veneuze trombo-embolie te verminderen. Het verminderen van dit risico gaat ten koste van een kleine toename van het risico op bloedingen. Vaak is deze afweging duidelijk en heeft
het gebruik van antitrombotica de voorkeur. Veel factoren die deze afweging beïnvloeden, kunnen de complexiteit van deze afweging echter snel vergroten, waardoor deze minder duidelijk wordt. Als dit niet wordt herkend, kan dit in sommige gevallen leiden tot het optreden van antitrombotica gerelateerde bijwerkingen (AGB’s).
AGB’s kregen de afgelopen twee decennia steeds meer aandacht in onderzoeken naar bijwerkingen in Nederland, maar de exacte omvang van dit probleem bleef onbekend. Om die reden kregen AGB’s geen specifieke aandacht in nationale strategieën voor verbetering van de patiëntveiligheid. Dit proefschrift heeft als doel om de veiligheid van antitrombotische zorg in Nederlandse ziekenhuizen systematisch te meten als leidraad voor toekomstige verbeteringsinspanningen.
Het raamwerk voor het meten en monitoren van veiligheid is gebruikt als leidraad voor de onderzoeken in dit proefschrift. Onderzoeksvragen zijn geformuleerd in analogie met de eerste drie dimensies van dit raamwerk, namelijk: Past Harm, Reliability en Sensitivity to Operations. In de algemene discussie voedden de onderzoeksresultaten de prospectieve beoordeling van de laatste twee dimensies van het raamwerk: Anticipation and Preparedness en Integration and Learning.
De onderzoeksvragen waren:
1) Hoe vaak komen (te voorkomen) antitrombotica gerelateerde bijwerkingen voor in Nederlandse ziekenhuizen en onder welke omstandigheden treden ze op?
2) Hoe betrouwbaar is de perioperatieve behandeling van antitrombotica en het toedienen van VTE-profylaxe in Nederlandse ziekenhuizen?
3) Hoe wordt de perioperatieve antitrombotische behandeling in de dagelijkse praktijk uitgevoerd (work-as-done) en hoe verhoudt dit zich tot vooraf gedefinieerde procedures (work-as-imagined)?
het gebruik van antitrombotica de voorkeur. Veel factoren die deze afweging beïnvloeden, kunnen de complexiteit van deze afweging echter snel vergroten, waardoor deze minder duidelijk wordt. Als dit niet wordt herkend, kan dit in sommige gevallen leiden tot het optreden van antitrombotica gerelateerde bijwerkingen (AGB’s).
AGB’s kregen de afgelopen twee decennia steeds meer aandacht in onderzoeken naar bijwerkingen in Nederland, maar de exacte omvang van dit probleem bleef onbekend. Om die reden kregen AGB’s geen specifieke aandacht in nationale strategieën voor verbetering van de patiëntveiligheid. Dit proefschrift heeft als doel om de veiligheid van antitrombotische zorg in Nederlandse ziekenhuizen systematisch te meten als leidraad voor toekomstige verbeteringsinspanningen.
Het raamwerk voor het meten en monitoren van veiligheid is gebruikt als leidraad voor de onderzoeken in dit proefschrift. Onderzoeksvragen zijn geformuleerd in analogie met de eerste drie dimensies van dit raamwerk, namelijk: Past Harm, Reliability en Sensitivity to Operations. In de algemene discussie voedden de onderzoeksresultaten de prospectieve beoordeling van de laatste twee dimensies van het raamwerk: Anticipation and Preparedness en Integration and Learning.
De onderzoeksvragen waren:
1) Hoe vaak komen (te voorkomen) antitrombotica gerelateerde bijwerkingen voor in Nederlandse ziekenhuizen en onder welke omstandigheden treden ze op?
2) Hoe betrouwbaar is de perioperatieve behandeling van antitrombotica en het toedienen van VTE-profylaxe in Nederlandse ziekenhuizen?
3) Hoe wordt de perioperatieve antitrombotische behandeling in de dagelijkse praktijk uitgevoerd (work-as-done) en hoe verhoudt dit zich tot vooraf gedefinieerde procedures (work-as-imagined)?
Antithrombotic drugs belong to the most used medications in healthcare. About one in ten Dutch inhabitants uses antithrombotic drug. Antithrombotic drugs are used to reduce the risk of clot formation caused by pathologies such as atrial fibrillation or venous thromboembolism. Mitigating this risk comes at the cost of a small increase in the risk of bleeding. Often this trade-off is clear-cut and favours the use of antithrombotic drugs. However, a lot of factors influencing this trade-off can quickly increase the complexity of this trade-off making it less clear-cut. If this is not recognized, this can in some cases result in the occurrence of adverse events related to antithrombotic drug use (ARAEs).
ARAEs gained increasing attention in adverse event studies in the Netherlands in the past two decades but the exact magnitude of this problem remained unknown. Hence, ARAEs were not targeted specifically in national patient safety improvement strategies. This thesis aims to systematically measure the safety of antithrombotic care provided in Dutch hospitals to guide future improvement efforts.
The safety measurement and monitoring framework was used as a guiding framework for the studies in this thesis.7 Research questions were formulated in analogy with the first three dimensions of this framework, i.e.: Past Harm, Reliability and Sensitivity to Operations. In the general discussion the study findings fed the prospective assessment of the last two dimensions of the framework: Anticipation and preparedness and Integration and Learning.
The research questions were:
1) How common are (preventable) antithrombotic related adverse events in Dutch hospitals and what are the circumstances in which they occur?
2) How reliable is perioperative antithrombotic management and administering VTE prophylaxis in Dutch hospitals?
3) How is perioperative antithrombotic management conducted in everyday practice (work-as-done) and how does this relate to predefined procedures (work-as-imagined)?
ARAEs gained increasing attention in adverse event studies in the Netherlands in the past two decades but the exact magnitude of this problem remained unknown. Hence, ARAEs were not targeted specifically in national patient safety improvement strategies. This thesis aims to systematically measure the safety of antithrombotic care provided in Dutch hospitals to guide future improvement efforts.
The safety measurement and monitoring framework was used as a guiding framework for the studies in this thesis.7 Research questions were formulated in analogy with the first three dimensions of this framework, i.e.: Past Harm, Reliability and Sensitivity to Operations. In the general discussion the study findings fed the prospective assessment of the last two dimensions of the framework: Anticipation and preparedness and Integration and Learning.
The research questions were:
1) How common are (preventable) antithrombotic related adverse events in Dutch hospitals and what are the circumstances in which they occur?
2) How reliable is perioperative antithrombotic management and administering VTE prophylaxis in Dutch hospitals?
3) How is perioperative antithrombotic management conducted in everyday practice (work-as-done) and how does this relate to predefined procedures (work-as-imagined)?