Publicatie
Publicatie datum
Surveillance van respiratoire infectieziekten in 2004/2005.
Dijkstra, F., Plas, S.M. van der, Wilbrink, B., Jong, J.C. de, Bartelds, A.I.M. Surveillance van respiratoire infectieziekten in 2004/2005. Infectieziekten Bulletin: 2005, 16(6), p. 198-205.
Lees online
Om meer inzicht te krijgen in de epidemiologie van een selectie van respiratoire infectieziekten in
Nederland in het seizoen 2004/2005 werden epidemiologische gegevens over respiratoire ziektebeelden
en pathogenen (influenzachtig ziektebeeld en andere acute respiratoire infecties, legionellose, psittacose, Q-koorts, RS-virus, rhinovirus, Mycoplasma pneumoniae en para-influenzavirus) geanalyseerd afkomstig uit diverse surveillancesystemen. Gegevens uit de periode 1 april 2004 t/m 31maart 2005 werden vergeleken met voorgaande seizoen(en). De epidemiologische ontwikkelingen van de bestudeerde infectieziekten waren in seizoen 2004/2005 in de lijn met voorgaande seizoenen. Hoewel in 2004/2005 geen stijging van het aantal psittacosemeldingen ten opzicht van seizoenen daarvoor werd gezien, hebben zich in de winter van 2004/2005 in korte tijd 2 opvallende clusters van psittacose voorgedaan. Intensivering van de surveillance van psittacose lijkt daarom gewenst. Tevens zouden enkele aanpassingen van de surveillance systemen gewenst zijn, zodat een meer valide interpretatie van trends zou kunnen plaatsvinden. Mogelijke aanpassingen zouden kunnen zijn: het verhogen van het aantal patiënten waarbij keel- en neuswatten worden afgenomen in de NIVEL-surveillance; het verbeteren van de bronopsporing van meldingsplichtige respiratoire infectieziekten; de Virologische Weekstaten uitbreiden met gegevens over toegepaste diagnostiek, demografische gegevens en noemerinformatie. (aut.ref.)
Nederland in het seizoen 2004/2005 werden epidemiologische gegevens over respiratoire ziektebeelden
en pathogenen (influenzachtig ziektebeeld en andere acute respiratoire infecties, legionellose, psittacose, Q-koorts, RS-virus, rhinovirus, Mycoplasma pneumoniae en para-influenzavirus) geanalyseerd afkomstig uit diverse surveillancesystemen. Gegevens uit de periode 1 april 2004 t/m 31maart 2005 werden vergeleken met voorgaande seizoen(en). De epidemiologische ontwikkelingen van de bestudeerde infectieziekten waren in seizoen 2004/2005 in de lijn met voorgaande seizoenen. Hoewel in 2004/2005 geen stijging van het aantal psittacosemeldingen ten opzicht van seizoenen daarvoor werd gezien, hebben zich in de winter van 2004/2005 in korte tijd 2 opvallende clusters van psittacose voorgedaan. Intensivering van de surveillance van psittacose lijkt daarom gewenst. Tevens zouden enkele aanpassingen van de surveillance systemen gewenst zijn, zodat een meer valide interpretatie van trends zou kunnen plaatsvinden. Mogelijke aanpassingen zouden kunnen zijn: het verhogen van het aantal patiënten waarbij keel- en neuswatten worden afgenomen in de NIVEL-surveillance; het verbeteren van de bronopsporing van meldingsplichtige respiratoire infectieziekten; de Virologische Weekstaten uitbreiden met gegevens over toegepaste diagnostiek, demografische gegevens en noemerinformatie. (aut.ref.)
In order to gain more clear understanding of the epidemiology of a selection of respiratory infectious diseases in The Netherlands in the season 2004/2005, epidemiological data about a selection of respiratory syndromes and pathogens (influenza-like illnesses, other acute respiratory infections, legionellosis, psittacosis, Q-fever, respiratory syncytial virus, rhinovirus, Mycoplasma pneumoniae and parainfluenza) coming from various surveillance systems has been analyzed. Data from the period 1 April 2004 - 31 March 2005 has been compared with data from the previous season(s). The epidemiological trends of infectious diseases in the season 2004/2005 appeared to be aligned with previous the season(s). In 2004/2005 there was no increase in the number of reports of psittacosis compared to previous seasons. However, in winter 2004/2005 there were two clusters of psittacosis occurred in a short period of time. Consequently there should be a more intensive surveillance of psittacosis. Furthermore, some adaptations of surveillance systems would be desired, so that a more valid interpretation of trends could occur. Amongst others, adaptations could be to increase the number of patients from whom throat- and nose swaps will be taken in the NIVEL-surveillance, to improve the search for the source of infection for respiratory infectious diseases that are compulsory to report, to expand the virological weekrecords with data about diagnostics that has been applied, demographical data and information about de denominator.