Publicatie

Publicatie datum

Toepasbaarheid en meerwaarde van item-responstheorie bij de CQ-index.

Kessel, P. van, Hoek, L. van der, Boer, D. de. Toepasbaarheid en meerwaarde van item-responstheorie bij de CQ-index. Utrecht: NIVEL, 2014. 39 p.
Download de PDF
Momenteel wordt de CQ-index gebruikt om bij patiënten vast te stellen hoe de zorg wordt ervaren. Een van de doelen hiervan is om verschillen tussen instellingen zichtbaar te maken teneinde inzicht te krijgen in (verschillen in) kwaliteit van zorg.

Idealiter bestaat een kwaliteitsindicator uit meerdere vragen waar een gemiddelde over wordt berekend. De CQ-index maakt gebruik van methoden uit de klassieke testtheorie om groepen van vragen te identificeren die conceptueel en statistisch verwant zijn en waarover een (schaal)gemiddelde kan worden berekend. Item-responstheorie (IRT) is een alternatief voor klassieke testtheorie. Mogelijk biedt IRT aanvullende informatie die kan leiden tot indicatoren waarmee beter en preciezer gemeten kan worden. In dit rapport wordt gekeken in welke mate IRT past bij CQ-data en welke aanvullende informatie het analyseren van schalen met behulp van IRT oplevert.

Voor zes datasets werden de schaalanalyses herhaald met behulp van het Rasch-model, een zeer bekend model uit de item-respons theorie. Hiervoor zijn schalen gekozen over bejegening en informatievoorziening, zoals ze bij de oorspronkelijke ontwikkeling zijn vastgesteld met behulp van klassieke testtheorie.

Uit de resultaten blijkt dat enkele bejegeningsschalen goed tot redelijk passen. De schalen over informatievoorziening passen ronduit matig tot slecht. IRT maakt op eenzelfde dimensie inzichtelijk hoe personen en items zijn gespreid. Daaruit blijkt dat de spreiding van de items voor alle schalen kleiner is dan de spreiding van personen. Echter, idealiter is de spreiding van items min of meer gelijk aan de spreiding van personen. Dan kan namelijk zo goed mogelijk onderscheid worden gemaakt tussen personen met (kleine) verschillen in ervaren bejegening.

De analyses uit dit rapport hebben laten zien dat betere metingen mogelijk zijn door items te ontwikkelen die beter gespreid zijn op de dimensie bejegening. Naar verwachting kan het verfijnen van bejegeningsschalen op grond van IRT analyses bijdragen aan het beter en preciezer onderscheiden van zorgaanbieders. Het is denkbaar dat dit bijdraagt aan het discriminerend vermogen van bejegeningsschalen op het niveau van zorgaanbieders. (aut. ref.)