Programmaleider Zorg en Participatie bij Chronische aandoeningen; bijzonder hoogleraar 'Farmaceutisch zorgonderzoek', Rijksuniversiteit Groningen
Publicatie
Publicatie datum
Verdiepingsstudie implementatie Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (LSKA) 2.0: twee best practice-regio’s nader in beeld.
Damen, N., Floor, M., Dijk, L. van. Verdiepingsstudie implementatie Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (LSKA) 2.0: twee best practice-regio’s nader in beeld. www.nivel.nl: NIVEL, 2016. 30 p.
Download de PDF
Het doel van deze verdiepingsstudie was het zo gedetailleerd mogelijk schetsen van de wijze van implementatie van een regionale infrastructuur voor antistolling, zoals aanbevolen in de LSKA 2.0, in ‘best practice regio’s’ Groningen en Nijmegen.
De aanbevelingen uit de LSKA 2.0 die in deze verdiepingsstudie centraal stonden, zijn als volgt:
1. Implementatie van structurele transmurale samenwerkingsverbanden, zoals een regiotafel
2. Implementatie van een regionaal antistollingscentrum & expertisecentrum
In totaal zijn 12 semigestructureerde interviews afgenomen bij eerste- en tweedelijnsketenpartners betrokken bij antistollingszorg (7 interviews in Groningen en 5 in Nijmegen). De resultaten zijn uitgewerkt tot twee casusbeschrijvingen die regio’s waar de implementatie nog wat meer in de kinderschoenen staat concrete handvatten kunnen bieden om een bij de regio passende invulling aan de implementatie te geven. Hieronder worden de belangrijkste resultaten uit de casusbeschrijvingen samengevat (zie ook Tabel 1). (aut. ref.)
De aanbevelingen uit de LSKA 2.0 die in deze verdiepingsstudie centraal stonden, zijn als volgt:
1. Implementatie van structurele transmurale samenwerkingsverbanden, zoals een regiotafel
2. Implementatie van een regionaal antistollingscentrum & expertisecentrum
In totaal zijn 12 semigestructureerde interviews afgenomen bij eerste- en tweedelijnsketenpartners betrokken bij antistollingszorg (7 interviews in Groningen en 5 in Nijmegen). De resultaten zijn uitgewerkt tot twee casusbeschrijvingen die regio’s waar de implementatie nog wat meer in de kinderschoenen staat concrete handvatten kunnen bieden om een bij de regio passende invulling aan de implementatie te geven. Hieronder worden de belangrijkste resultaten uit de casusbeschrijvingen samengevat (zie ook Tabel 1). (aut. ref.)