Publicatie
Publicatie datum
Welke behandeling past het beste bij de individuele depressieve patiënt in de huisartspraktijk?
Eefting-Mensink, W.M., Brand-Piek, E., Verhaak, P.F.M. Welke behandeling past het beste bij de individuele depressieve patiënt in de huisartspraktijk?: , 2013. 51-52 p. Abstract. In: NHG-Abstractenboek. NHG-Wetenschapsdag 2013 'Resultaten bekend, en dan...?' 14 juni 2013, Leiden.
Lees online
Inleiding: In de afgelopen decennia is het aantal bewezen effectieve behandelingen voor depressieve patiënten sterk toegenomen. Echter, de groep patiënten die niet herstelt, dan wel herstelt op een placebo, blijft groot. Voor de huisarts is het belangrijk om de diverse depressieve patiënten de behandeling aan te beiden die het meest waarschijnlijk resulteert in herstel. Onderzoeksvraag: Welke patiënt- of ziektekenmerken zijn bruikbaar in het voorspellen van een gunstige uitkomst van de verschillende, in de Nederlandse huisartsenpraktijk beschikbare, behandelingen voor depressie? Methode: Eind 2012 werden de databases PubMed, Embase en Psychinfo systematisch door twee onderzoekers doorzocht. Gerandomiseerde klinische trials, waarin minimaal een farmacotherapie en een psychotherapie-behandelgroep aanwezig waren en waarin werd gekeken naar behandelingsprecifieke voorspellende factoren voor de uitkomst van behandeling, werden geïncludeerd. Met behulp van de Cochrane-criteria worden gevonden artikelen beoordeeld op validiteit en toepasbaarheid. Resultaten: Na titel- en abstract-selectie werden 25 studies geïncludeerd. Hierin werd onder andere onderzocht of sociaal-demografische kenmerken, persoonlijkheidskenmerken of bijvoorbeeld life events invloed hadden op de uitkomst van behandeling met psychofarmaca, psychofarmaca, psychologische of andersoortige interventies, als sporten. Over de uitkomsten van deze studies zullen we rapporteren. Discussie: Dat de ene patiënt beter reageert op een bepaalde therapie dan de andere is plausibel. We hopen dat de uitkomsten van dit review aanwijzingen geven om een betere keuze mogelijke te maken tussen behandelingsmogelijkheid voor mensen met depressieve klachten of een depressieve stoornis. Daarnaast zullen de uitkomsten handvatten bieden om toekomstig onderzoek naar de differentiatie tussen verschillende vormen van depressie in de huisartspraktijk op te kunnen zetten.