Publicatie

Publicatie datum

Zorgverleners en burgers over het openbaar maken van door de tuchtrechter opgelegde berispingen en geldboetes.

Friele, R., Hendriks, M., Laarman, B., Bouwman, R., Veer, A. de. Zorgverleners en burgers over het openbaar maken van door de tuchtrechter opgelegde berispingen en geldboetes. www.nivel.nl: NIVEL, 2017. 70 p.
Download de PDF
Zorgverleners die van een tuchtrechter een berisping of geldboete hebben gekregen, waarbij die berisping of geldboete openbaar wordt gemaakt in regionale dag‐ of weekbladen en in het BIGregister, ervaren die combinatie van tuchtprocedure, berisping en openbaarmaking vaak als zeer belastend, vaker dan zorgverleners die ook betrokken waren in een tuchtprocedure en een waarschuwing kregen, zonder openbaarmaking. Openbaarmaking leidt tot een hoge belasting van partner of het gezin en heeft ook zakelijke gevolgen.
Bijna driekwart van de ondervraagde burgers vindt het belangrijk dat informatie over berispingen openbaar is.
Doel van het onderzoek
Met dit onderzoek geven we inzicht in de gevolgen van openbaarmaking van door de tuchtrechter opgelegde berispingen en geldboetes voor zorgverleners op persoonlijk, professioneel en zakelijk vlak. We vergelijken deze met de gevolgen voor zorgverleners die een waarschuwing kregen die niet openbaar werd gemaakt. Ook geven we, inzicht in het belang dat burgers hechten aan deze informatie. De aanleiding voor dit onderzoek is de toezegging van minister Schippers ten tijde van de wetswijziging BIG1 om onderzoek te laten doen naar de gevolgen van het openbaar maken van berispingen en geldboetes.
De gevolgen van een tuchtrechtprocedure en naamsvermelding.
Dit onderzoek laat zien dat zorgverleners met een gegrond verklaarde klacht, de
tuchtrechtprocedure als erg belastend ervaren. De meest genoemde emoties zijn: ik voelde me ‘aangevallen’, ‘machteloos’, ‘boos’ en ‘gecriminaliseerd’.
Voor zorgverleners waarvan de uitspraak openbaar is gemaakt is de impact groter dan voor
zorgverleners waarbij dit niet is gebeurd. Zij melden vaker dat ze direct na de tuchtrechtprocedure een slechte gezondheid ervaren en voor zorgverleners met een naamsvermelding is dit effect twee jaar na het afronden van de tuchtrechtprocedure nog zichtbaar. Daarnaast vertellen ze dat de tuchtrechtprocedure invloed heeft gehad op de manier waarop zij hun werk doen; nauwkeuriger, maar ook angstiger.
Ruim de helft van de zorgverleners met een berisping of geldboete heeft overwogen te stoppen met werken, tegen ruim een derde van de zorgverleners met een waarschuwing. Uiteindelijk geeft 12% van de zorgverleners aan met een berisping of geldboete gestopt te zijn met werken, als gevolg van de tuchtrechtprocedure inclusief openbaarmaking, ook hier vooral zorgverleners ouder dan 60 jaar. Van de zorgverleners onder de 60 jaar met een berisping of geldboete zegt 4% gestopt te zijn met werken als gevolg van de tuchtrechtprocedure.
Openbaarmaking leidt tot belasting voor de partner of gezin die door zorgverleners als extreemhoog wordt ervaren. Openbaarmaking heeft ook zakelijke gevolgen: kwijt raken van patiënten, minder nieuwe patiënten krijgen en beperkingen in de carrièremogelijkheden.
Dit onderzoek laat ook zien dat een meerderheid van de onderzochte burgers, desgevraagd, belang hecht aan informatie over berispingen en geldboetes en dat één op de zes patiënten bij een nieuwe zorgverlener op zoek zegt te zijn gegaan naar informatie op internet. Als het de eigen huisarts betreft dan zegt één op de tien naar een andere huisarts op zoek te gaan, als blijkt dat deze een berisping heeft gekregen.
Het antwoord op de vraag of het belang van openbaarmaking de berisping of geldboete opweegt tegen de ervaren belasting is afhankelijk van het gewicht dat aan beide elementen wordt toegekend. Het toekennen van deze gewichten is, ten principale, een politieke zaak.
Het woord ‘tucht’ roept associaties op met het begrip straffen. Betrokken zorgverleners ervaren het bestraffende karakter van het tuchtrecht. Dit bestraffende karakter kan gezien worden als een negatieve bijwerking van het streven naar het primaire doel van het tuchtrecht: bijdragen aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening door normstelling en corrigeren van individuele professional.
Zoals voor elke negatieve bijwerking geldt, verdient het aanbeveling om te blijven zoeken naar strategieën die wel bijdragen aan de doelen van het tuchtrecht, maar dan zonder of in ieder geval met minder negatieve bijwerkingen.
Methode van onderzoek
Het onderzoek onder zor gverleners is in tweede helft van 2016. Het onderzoek is uitgevoerd onder 294 met een in de periode van juli 2012 – medio augustus 2016 afgeronde tucht
tuchtrechtprocedure. Het onderzoek heeft zich beperkt tot die zorgverleners met een gegrond
verklaarde klacht en een opgelegde berisping, geldboete of waarschuwing (respons 43%). Van de respondenten hadden 81 (28%) zorgverleners een berisping/geldboete gekregen van de tuchtrechter en 213 (73%) zorgverleners een waarschuwing. Het merendeel van de respondenten was ouder dan 50 jaar, man en arts. In de vragenlijst is gevraagd naar de ervaren gevolgen van de tuchtrechtprocedure en eventuele openbaarmaking. Daarbij zijn de zorgverleners met een waarschuwing, zonder openbaarmaking, vergeleken met de zorgverleners met een berisping met openbaarmaking. Naast meer algemene vragen is met name ingegaan op vier terreinen:
a. De gevolgen voor de gezondheid van de zorgverlener;
b. De gevolgen voor de privé‐omgeving;
c. De gevolgen voor de manier waarop de zorgverlener zijn of haar beroep uitoefent; en
d. Zakelijke gevolgen
Het onderzoek onder burgers is uitgevoerd onder leden van het Consumenten Panel
Gezondheidszorg van het NIVEL. De vragenlijst is ingevuld door 926 leden (respons 46%). Burgers is gevraagd of zij het laatste jaar voor het eerst contact hebben gehad met een zorgverlener en of zij toen informatie hebben gezocht over deze zorgverlener. Daarnaast is in algemene zin gevraagd naar het belang dat burgers hechte aan openbare informatie over een berisping of geldboete.
Tenslotte is hen de hypothetische vraag voorgelegd welke invloed informatie over hun huisarts zou
hebben gehad op hun gedrag.