Publicatie
Publicatie datum
Influenzaseizoen 2018/2019 in Nederland: een relatief milde epidemie met twee subtypen A- virussen
Fouchier, R., Donker, G., Meijer, A., Hoek, W. van der, Lange, M. de, Koopmans, M. Influenzaseizoen 2018/2019 in Nederland: een relatief milde epidemie met twee subtypen A- virussen Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie: 2019, 27(4)
Lees online
De influenza-epidemie van het seizoen 2018/2019 begon in week 50 van 2018 en duurde 14 weken. De epidemie piekte in week 6 van 2019 met een incidentie van 10,8 personen met influenza-achtige ziektebeelden per 10.000 inwoners.
Influenza A(H1N1)pdm09- en A(H3N2)-virussen werden ongeveer even vaak gedetecteerd. Opvallend was de zeer sporadische detectie (minder dan 1 procent) van influenzavirus type B dit jaar.
Ongeveer 81 procent van de circulerende A(H3N2)-virussen behoorde tot clade 3C.2a1b, waarvoor de antigene overeenkomst met de vaccinstam redelijk tot goed was. Er werd echter, net als elders, een groeiend aandeel (17 procent) clade 3C.3a A(H3N2)-virussen waargenomen, wat een probleem opleverde voor de vaccinkeuze voor volgend jaar.
De A(H1N1)pdm09-virussen behoorden genetisch tot clade 6b.1a en vertoonden goede antigene gelijkenis met de vaccinstam. De vaccineffectiviteit tegen laboratoriumbevestigde influenzavirusinfecties was circa 57 procent.
Onder de 756 virussen die zijn getest op gevoeligheid voor neuraminidaseremmers waren drie A(H1N1)pdm09-virussen met een sterk verlaagde gevoeligheid voor oseltamivir, in een geval in een onbehandelde patiënt. Alle circulerende influenza A-virussen die werden getest droegen een S31N aminozuursubstitutie in M2 die resistentie tegen ionkanaalblokkers bepaalt.
Voor het seizoen 2019/2020 heeft de WHO voor het noordelijk halfrond de volgende vaccinsamenstelling aanbevolen:
- Voor A(H1N1)pdm09 een A/Brisbane/02/2018-achtig virus;
- Voor A(H3N2) een A/Kansas/14/2017-achtig virus; clade 3C.3a
- Voor de B/Victoria-lijn een B/Colorado/6/2017-achtig virus;
Influenza A(H1N1)pdm09- en A(H3N2)-virussen werden ongeveer even vaak gedetecteerd. Opvallend was de zeer sporadische detectie (minder dan 1 procent) van influenzavirus type B dit jaar.
Ongeveer 81 procent van de circulerende A(H3N2)-virussen behoorde tot clade 3C.2a1b, waarvoor de antigene overeenkomst met de vaccinstam redelijk tot goed was. Er werd echter, net als elders, een groeiend aandeel (17 procent) clade 3C.3a A(H3N2)-virussen waargenomen, wat een probleem opleverde voor de vaccinkeuze voor volgend jaar.
De A(H1N1)pdm09-virussen behoorden genetisch tot clade 6b.1a en vertoonden goede antigene gelijkenis met de vaccinstam. De vaccineffectiviteit tegen laboratoriumbevestigde influenzavirusinfecties was circa 57 procent.
Onder de 756 virussen die zijn getest op gevoeligheid voor neuraminidaseremmers waren drie A(H1N1)pdm09-virussen met een sterk verlaagde gevoeligheid voor oseltamivir, in een geval in een onbehandelde patiënt. Alle circulerende influenza A-virussen die werden getest droegen een S31N aminozuursubstitutie in M2 die resistentie tegen ionkanaalblokkers bepaalt.
Voor het seizoen 2019/2020 heeft de WHO voor het noordelijk halfrond de volgende vaccinsamenstelling aanbevolen:
- Voor A(H1N1)pdm09 een A/Brisbane/02/2018-achtig virus;
- Voor A(H3N2) een A/Kansas/14/2017-achtig virus; clade 3C.3a
- Voor de B/Victoria-lijn een B/Colorado/6/2017-achtig virus;
The influenza epidemic of 2018/2019 started in week 50 of 2018 and lasted 14 weeks. The epidemic reached peak incidence in week 6 of 2019, with 10,8 persons presenting influenza- like ill ness (ILI) per 10.000 inhabitants, marking a relatively mild season.
Influenza A(H1N1)pdm09 and A(H3N2 viruses were detected at approximately equivalent frequencies. The sporadic detection (less than 1 per cent) of influenza B viruses was remarkable.
Approximately 81 percent of the circulating A(H3N2) viruses belonged to clade 3C.2a1b, for which the antigenic similarity to the vaccine strain was fair to good.
Viruses of clade 3C.3a were detected with increasing frequency nationally (17 per cent) and elsewhere, causing a problem for vaccine strain selection. The A(H1N1)pdm09 viruses belonged to genetic clade 6b.1a and displayed good antigenic similarity to the vaccine strain. The vaccine effectiveness against laboratory- confirmed influenza virus infection was 57 percent.
Among 756 viruses tested for sensitivity to neuraminidase inhibitors, three had strongly reduced sensitivity. All tested influenza A vi ruses had the S31N amino acid substitution in M2 responsible for resistance to ionchannel inhibitors.
Influenza A(H1N1)pdm09 and A(H3N2 viruses were detected at approximately equivalent frequencies. The sporadic detection (less than 1 per cent) of influenza B viruses was remarkable.
Approximately 81 percent of the circulating A(H3N2) viruses belonged to clade 3C.2a1b, for which the antigenic similarity to the vaccine strain was fair to good.
Viruses of clade 3C.3a were detected with increasing frequency nationally (17 per cent) and elsewhere, causing a problem for vaccine strain selection. The A(H1N1)pdm09 viruses belonged to genetic clade 6b.1a and displayed good antigenic similarity to the vaccine strain. The vaccine effectiveness against laboratory- confirmed influenza virus infection was 57 percent.
Among 756 viruses tested for sensitivity to neuraminidase inhibitors, three had strongly reduced sensitivity. All tested influenza A vi ruses had the S31N amino acid substitution in M2 responsible for resistance to ionchannel inhibitors.
Gegevensverzameling