Publicatie

Publicatie datum

Zorg door de oefentherapeut: jaarcijfers 2023 en trendcijfers 2019-2023

Veldkamp, R., Meijer, W., Meijer, AL., Pelders, S., Riethof, M., Hasselaar, J., Overbeek, L. Zorg door de oefentherapeut: jaarcijfers 2023 en trendcijfers 2019-2023. Nivel: 2024, 35 p.
Download de PDF
Kernpunten

Dit rapport bevat cijfers over het zorggebruik van 25.070 patiënten die in 2023 zijn behandeld door 300 oefentherapeuten in 116 praktijken die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn, en trendcijfers over 2019-2023. Er is mogelijk een oververtegenwoordiging van kinderoefentherapie in deze rapportage, daarom zijn de cijfers in het rapport, waar relevant, uitgesplitst voor kinderoefentherapie (op basis van DCSPH-code 9379) en reguliere oefentherapie.

Patiëntkenmerken
• Van de patiënten bij de oefentherapeut was 60% vrouw, specifiek binnen kinderoefentherapie was dit 29% en binnen reguliere oefentherapie 72%.
• De gemiddelde leeftijd van patiënten was 35 jaar.
• Er was een groot verschil in leeftijd tussen mannen en vrouwen die bij de oefentherapeut kwamen: het grootste deel van de vrouwen was volwassen, terwijl meer dan de helft van de mannen jongens in de leeftijd tot 11 jaar waren. Zij kwamen vooral bij de kinderoefentherapeut.

Nieuw gestarte zorg
• In 2023 waren er gegevens over 18.398 nieuwe behandelepisodes.
• Voor het grootste deel van de patiënten was de tijd tussen het ontstaan van de klacht en het eerste bezoek aan de oefentherapeut niet vastgelegd.
• Het aandeel nieuwe behandelepisodes waarbij mensen op eigen initiatief naar de oefentherapeut gaan (directe toegang oefentherapie; DTO) was 43%. Kinderen gingen vaker via een verwijzing naar een oefentherapeut dan volwassenen.
• Het grootste aandeel van de verwijzingen was via de huisarts.
• Het gezondheidsprobleem ‘psychomotore retardatie / ontwikkelingsstoornissen’ (DCSPH-code 9379, kinderoefentherapie) werd het meest geregistreerd. Daarna volgde ‘psychosomatische aandoeningen’; deze kwam binnen reguliere oefentherapie het meest voor.

Zorggebruik
• De meeste prestatiecodes betreffen een zitting reguliere- (43%) of kinderoefentherapie (39%).
• De mediane duur van afgesloten behandelepisodes was in 2023 twaalf weken, waarbij 50% van de behandelepisodes een duur tussen de vier (25e percentiel) en 31 weken (75e percentiel) had.
• Het mediane aantal verrichtingen per afgesloten behandelepisode was zeven verrichtingen. Van de afgesloten behandelepisodes bestond 50% uit drie tot zestien verrichtingen.
• De omvang van de zorg is per afgesloten behandelepisode het grootste voor aandoeningen die voorkomen op de chronische lijst, voor kinderen en voor kinderoefentherapie.

Evaluatie afgesloten zorg
• In 2023 waren er gegevens over 23.011 afgesloten behandelepisodes.
• Bij 78% van de afgesloten behandelepisodes werd de behandeling beëindigd omdat de patiënt uitbehandeld was.
• In 74% van de afgesloten behandelepisodes werd het behandeldoel bereikt en in 19% werd het resultaat geregistreerd als deels bereikt.
• Bij 40% van de afgesloten behandelepisodes was er een meetinstrument geregistreerd. De ‘Movement ABC-2’ was het meest gebruikte meetinstrument, voornamelijk vanwege het grote aandeel kinderoefentherapie. Binnen reguliere oefentherapie was dit de ‘Patiënt Specifieke Klachten’.