Onduidelijkheid bij ziekenhuizen en zelfstandige behandelklinieken over status registratie veiligheidsindicatoren draagt bij aan registratiedruk
Ziekenhuizen en zelfstandige behandelklinieken registreren nog steeds gedeeltelijk de indicatoren van het VMS Veiligheidsprogramma. Door voortschrijdend inzicht is de aard van de registratie veelal aangepast aan nieuwe richtlijnen en eigen informatiebehoeften. Ook zijn er diverse nieuwe richtlijnen en veldnormen bijgekomen die de registratiedruk verhogen. De keuze om helemaal te stoppen met registreren, hangt van veel factoren af, waaronder de onduidelijkheid over de status van de registraties. Dit blijkt uit een kwalitatieve studie van het Nivel en het Amsterdam Public Health research institute (APH) van Amsterdam UMC.
Om de veiligheid van de patiëntenzorg te vergroten en te borgen hebben alle ziekenhuizen in Nederland een Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) ingevoerd. Van 2008 tot 2012 hebben zij gewerkt aan tien inhoudelijke thema’s uit het VMS veiligheidsprogramma. Daarvoor zijn registraties van indicatoren ingevoerd waarmee de kwaliteit en veiligheid gemonitord, geëvalueerd en verbeterd konden worden. Dit heeft geleid tot veiligere patiëntenzorg in ziekenhuizen. Ondertussen zijn er voor ieder VMS Veiligheidsthema nieuwe richtlijnen, veldnormen of adviezen verschenen. De hoeveelheid registraties en administratieve handelingen die hiervoor nodig zijn leggen extra druk op zorgverleners. Daarom onderzocht onderzoeksinstituut Nivel en APH welke registratie van VMS indicatoren nog toegevoegde waarde heeft voor het verbeteren van de patiëntenzorg. Deze informatie geeft handvatten voor concrete aanbevelingen voor een verlaging van de registratiedruk.
Aanpassen of stoppen met registreren is langdurig en complex proces
Diverse geïnterviewden uit ziekenhuizen en zelfstandige behandelklinieken (ZBC’s) geven aan dat het aanpassen van VMS indicatoren of het stoppen met registreren om de registratiedruk voor zorgverleners te verminderen complex is. Dit komt mede doordat veel partijen hierin een rol hebben. De toegevoegde waarde van de te meten indicatoren wordt in de ondervraagde ziekenhuizen en ZBC’s in wisselende mate besproken. Voor het stoppen van registraties moeten procedures worden doorlopen van de zorgverlener tot aan de Raad van Bestuur. In de praktijk zijn ziekenhuizen terughoudend met het daadwerkelijk stoppen van registraties omdat de status van de VMS indicatoren onduidelijk is en het gevoel heerst dat deze nog nodig zijn voor interne sturing of externe verantwoording. Deelnemende ziekenhuizen en ZBC’s geven aan meer (landelijke) duidelijkheid nodig te hebben over de status van het VMS programma en de verplichtingen voor het meten van bijbehorende indicatoren.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek werd desk research uitgevoerd naar indicatorensets en huidige nationale richtlijnen en veldnormen voor ieder van de tien VMS Veiligheidsthema’s. Daarnaast zijn interviews afgenomen met 34 personen uit 13 ziekenhuizen en 5 zelfstandige behandelcentra om inzicht te krijgen in de huidige registraties voortkomend uit de VMS Veiligheidsthema’s. Het onderzoek is onderdeel van de ‘Monitor Patiëntveiligheid in de medisch specialistische zorg 2023-2027’, een samenwerking tussen het Nivel en het Amsterdam Public Health research institute (APH) van het Amsterdam UMC. Het onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Altijd op de hoogte blijven van Nivel-nieuws? Abonneer u op onze attendering!