Publicatie

Publicatie datum

IZA-deelmonitor. Naar meer hybride zorg: nulmeting.

Keij, B., Alblas, E.E., Snijders, B.E.P., Tuyl, L.H.D. van, Vugts, M. IZA-deelmonitor. Naar meer hybride zorg: nulmeting. Bilthoven: RIVM, 2024. 48 p.
Download de PDF
Publiekssamenvatting

Eind 2022 hebben 14 partijen het Integraal Zorgakkoord (IZA) ondertekend om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. De partijen hebben hierin onder andere afgesproken om waar dat kan meer digitale zorg en ondersteuning aan te bieden. Dit noemen we hybride zorg: zowel fysiek als digitaal.

Voor het IZA houdt het RIVM tot 2027 bij of hybride zorg de werkdruk van zorgverleners verlicht en welk deel van het aanbod aan zorg en ondersteuning geschikt is voor hybride zorg. Ook kijkt het RIVM of hybride zorg gemakkelijk te gebruiken is en hoeveel van het geschikte aanbod al digitaal is. In deze nulmeting heeft het RIVM nu in kaart gebracht hoe hybride zorg er in aanloop naar 2024 voor stond in Nederland.

45 procent van de werknemers in de zorg vindt de werkdruk (veel) te hoog (CBS). Vooral verpleegkundigen denken dat digitale zorg en ondersteuning de werkdruk kan verminderen. Volgens huisartsen verhoogt digitale zorg de werkdruk juist, met uitzondering van telemonitoring. Daarmee kunnen ze op afstand de gezondheid van patiënten in de gaten houden. Artsen die in een ziekenhuis werken zijn verdeeld over digitale zorg: ongeveer de helft vindt dat het voor meer werkdruk zorgt, en de andere helft juist voor minder of is neutraal. Artsen vinden dat bijvoorbeeld een instructievideo voor patiënten, of hen voorafgaand aan een bezoek een digitale vragenlijst laten invullen, de werkdruk verlaagt. Falende techniek en (structurele) financiering vinden voor digitale zorg, verhogen de werkdruk.

In het IZA is afgesproken dat ongeveer 70 procent van het zorgaanbod eind 2026 hybride is, en dat ongeveer 50 procent van de zorggebruikers dan hybride zorg krijgt. De meeste zorgverleners denken nu dat maximaal 50 procent van het zorgaanbod hybride kan worden gemaakt.

Zowel zorgverleners als zorggebruikers vinden digitale zorg redelijk gemakkelijk te gebruiken. Wel zijn er grote verschillen te zien tussen de verschillende opleidings- en leeftijdsgroepen binnen zorggebruikers. Mensen met een praktische opleiding en ouderen maken nu minder gebruik van digitale zorg.

Het is nu nog niet te bepalen welk deel van het zorg- en ondersteuningsaanbod al hybride is, omdat hier nog geen gegevens over verzameld zijn. Het RIVM gaat hier in 2024 gegevens over verzamelen en zal daarover in 2025 rapporteren.