Publicatie

Publicatie datum

Kwaliteitssystemen in de GGZ: deel 2: State-of-the-art en ontwikkelingen sinds 1995.

Veer, A. de, Theuws, A., Wagner, C., Ooyen-Houben, M. van, Place, M. Kwaliteitssystemen in de GGZ: deel 2: State-of-the-art en ontwikkelingen sinds 1995. Utrecht: NIVEL, Trimbos-Instituut, 2000. 109 p.
Download de PDF
In de periode na 1995 is men tot nog toe vooral bezig geweest met het schriftelijk vastleggen van het kwaliteitsbeleid. Veel meer instellingen hebben een missie op schrift staan. Het werken met kwaliteitsbeleidsplannen en kwaliteitsjaarverslagen is duidelijk toegenomen. Ook wordt meer gebruik gemaakt van een managementinformatiesysteem.
Directies hebben nu veel vaker overleg met de cliëntenraad. Dit is gestegen van 52% in 1995 tot 94% in 2000. Veel minder instellingen dan in 1995 hebben nu nog voor hun kwaliteitsbeleid ondersteuning van een extern bureau nodig. Door de toegenomen kennis en vaardigheden op dit gebied daalde hun aantal van 33% tot 13%.
Ondanks dit alles is het percentage instellingen dat gunstige effecten meldt van het kwaliteitsbeleid niet gestegen ten opzichte van vijf jaar eerder.
Aan de hand van de fasenindeling van Sluijs en Wagner is snel te typeren hoever een instelling is met de ontwikkeling en invoering van een kwaliteitssysteem. De indeling loopt van fase 0, waarin er nog geen kwaliteitsbeleid is, via fase 1, waarin voorbereidingen worden getroffen voor een kwaliteitsbeleid, en fase 2, waarin vooral projectgewijs aan kwaliteitsverbetering wordt gewerkt, naar fase 3, waarin het kwaliteitsbeleid geheel ingebed is in de dagelijkse bedrijfsvoering. Het werk wordt voortdurend getoetst en verbeterd. Volgens deze typering zijn de meeste instellingen (73%) in fase 2. Veel instellingen zitten nog in fase 1 (22%), terwijl pas 5% fase 3 bereikt heeft. Er is geen verschil in ontwikkelingsfase tussen de sectoren van de GGZ.

Toekomstplannen
Voor de nabije toekomst leggen veel instellingen in de GGZ prioriteit bij het verbeteren van de primaire processen. Ook voor waarderingsonderzoek bestaat veel aandacht; ruim een kwart van de instellingen wil zich vóór 2004 laten beoordelen door een onafhankelijk instituut.